Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, toepassingsgebied specifiek voor stalen damwanden, verstoring afdichtende bodemlagen

Verstoring afdichtende bodemlagen
Het principe van het inbrengen van een stalen damwandconstructie is gebaseerd op verdringing van grond. Het passeren van slecht doorlatende bodemlagen en de aansluiting op de onderafsluitende laag zal in het algemeen niet leiden tot een verstoring van de afdichtende bodemlaag. Indien bij het inbrengen water onder de damwandelementen wordt ingespoten bestaat wel een groot risico dat slecht doorlatende lagen worden verstoord (zie onderstaande tabel).

Dit beeld wordt bevestigt door de ervaring bij een geëvalueerd project, waar de aanwezige ingespoten azobé damwand langs het oppervlaktewater erg onderloops bleek te zijn, waardoor het nauwelijks mogelijk was om achter de damwand een drainagesysteem in den droge aan te brengen.

Om onnodige verstoring van bodemlagen te voorkomen dient het gebruik van een spuithulp te worden beperkt tot situaties met te hoge heiweerstanden (met name zandgronden). Het gevaar bestaat wel dat met spuiten grind (zwaardere delen) zich zal verzamelen onder de spuitmond, waardoor het heiproces nog moeizamer wordt en de kans van uit het slot lopen en beschadiging van coatings groter wordt. Herstel is niet mogelijk.

Tabel Hypothese ten aanzien van verstoring afdichtende bodemlagen bij verticale afscherming met stalen damwanden

Inbrengtechniek

Validatiewaarde

 

geen verstoring

Heien, drukken of trillen zonder spuiten

 

Inbrengtechniek met spuiten

 

Toelichting:

 

toepasbaar

 

toepassingsgebied niet onderkend/niet duidelijk

 

niet toepasbaar