Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, toepassingsgebied stalen damwanden algemeen, realiseringsmogelijkheden en contour t.a.v. de toepasbaarheid

Verontreinigingssituatie
De toepassing van een verticale afscherming is min of meer onafhankelijk van het type verontreiniging. Wel kunnen bepaalde typen verontreinigingen het materiaal van het scherm aantasten, maar door een goede keuze van het afdichtend materiaal en eventueel het treffen van preventieve maatregelen, bijvoorbeeld het aanbrengen van een coating, kunnen de negatieve effecten worden beperkt. In het algemeen zal de verticale afscherming worden aangebracht rondom het verontreinigde gebied. Bij de bepaling van het tracé van de schermwand zal de ligging van de s-contour richtinggevend zijn. In bijzondere gevallen kan door uitvoeringstechnische beperkingen een tracé binnen het verontreinigde gebied worden gekozen. In dergelijke situaties dient specifiek aandacht te worden besteed aan het treffen van preventieve maatregelen.

Omgevingsfactoren
Inbrengtechniek en uitvoeringsvorm dienen te worden aangepast aan lokale omstandigheden en eisen die daaruit voortvloeien (bv. trillingen). Er zijn speciale sledes beschikbaar voor de geleiding van kabels en leidingen over stalen damwanden. Inzetstukken en compensatoren kunnen toegepast worden om ongelijke zettingen op te vangen in geval van doorvoer door de wand. Als de damwanden ook een grondkerende functie hebben, kan de toepassing van ankers noodzakelijk zijn. Aan de aansluiting van deze ankers aan de damwand moet, om lekkage te voorkomen, speciale aandacht worden besteed.

De aanwezigheid van obstakels in de ondergrond kan tot vertraging van de werkzaamheden leiden. Obstakels moeten dus bij voorkeur verwijderd zijn, of de damwand moet er omheen worden geleid.

Een ruwe contour van het toepassingsgebied is gegeven in onderstaande tabel.

Tabel Ruwe contour toepassingsgebied voor verticale afscherming met stalen damwanden op basis van de technische realiseringsmogelijkheden

Locatiekenmerk

Toepassingseisen en contour toepassingsgebied

Dieptebereik

•tot 20 m geen specifieke eisen

•tussen 20 en 30 m afhankelijk van bodemopbouw

•> 30 m niet haalbaar

Obstakels in ondergrond

•bij percentage grind > 20 à 25% toepassing niet haalbaar

•bij aanwezigheid funderingsresten/ puin dient te worden voorgegraven

Conusweerstand

•bij conusweerstand < 15 MPa geen aanvullende eisen

•bij conusweerstand > 15 MPa aanvullende eisen

Zuurgraad (pH)

•bij pH > 5 geen specifieke eisen

•bij pH < 5 (veengebieden) aanvullende maatregelen tegen corrosie noodzakelijk

Geleidingsvermogen

•bij een specifieke weerstand van de bodem < 5.000 Wm zijn aanvullende maatregelen tegen corrosie noodzakelijk

•bij een specifieke weerstand tussen de 5.000 en 15.000 Wm zijn mogelijk aanvullende maatregelen tegen corrosie noodzakelijk

•bij een specifieke weerstand > 15.000 Wm zijn geen specifieke voorzieningen noodzakelijk

Afstand tot bebouwing

•bij een afstand > 25 m geen problemen te verwachten

•bij afstand < 25 m mogelijk aanvullende maatregelen treffen (andere inbrengtechniek)