Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, toepassingsvoorwaarden

Bij de beoordeling van de toepasbaarheid van isolatietechnieken spelen naast de technische realiseringsmogelijkheden (het “kunnen” van de techniek onder praktijkomstandigheden) beleidsmatige aspecten een rol, de aspecten waarop de toepasbaarheid van technieken door het bevoegd gezag wordt beoordeeld (het “moeten” en “mogen” van technieken). Voor de toepassing van isolatietechnieken in praktijksituaties vormen zij de beleidsmatige toepassingsvoorwaarden. Door middel van het houden van interviews zijn de toepassingsvoorwaarden geïnventariseerd en is op basis daarvan een bandbreedte ten aanzien van de in praktijk gehanteerde waarden opgesteld.

Voor de methode verticale afdichting worden de volgende toepassingsvoorwaarden relevant geacht (met tussen haken de in de praktijk gehanteerde mogelijke numerieke invulling):

  • waterdoorlatendheid/hydraulische weerstand [100-500-1.000 dagen];
  • levensduur [30-50-100 jaar];
  • verstoring afdichtende bodemlagen [niet toegestaan];
  • trillingen [civieltechnische eisen];
  • emissies vanuit constructie [samenstellings- en emissiewaarden, eisen Besluit bodemkwaliteit].

Waterdoorlatendheid
Bij de toepassingsvoorwaarde waterdoorlatendheid wordt nagegaan in hoeverre de techniek kan voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van de waterdichtheid, uitgedrukt in een waarde voor de hydraulische weerstand van de verticale afdichting.

Levensduur
Onder het begrip levensduur wordt verstaan: de tijdsperiode waarbinnen de functie kan worden vervuld of waarbinnen aan een vooraf geformuleerde doelstelling kan worden voldaan (gebruiksduur of functionele levensduur). Hierbij wordt uitsluitend ingegaan op de levensduur van de techniek; het gehele isolatiesysteem kan een langere levensduur hebben omdat aanvullende maatregelen of technieken de functie van een enkele techniek kunnen overnemen.

Verstoring afdichtende bodemlagen
Bij het aanbrengen van een verticale afdichting worden vaak afdichtende bodemlagen doorsneden en mogelijk verstoord, hetgeen gevolgen kan hebben voor de verspreidingsmogelijkheden van verontreinigingen. In dit kader is het van belang of verstoring bij de in beschouwde technieken optreedt, en zo ja, hoe de effecten van deze verstoring kunnen worden beperkt.

Trillingen
Bij het aanbrengen van verticale afdichtingstechnieken kunnen trillingen optreden, die negatieve effecten op de omgeving kunnen hebben.

Emissies vanuit constructie
Vanuit het bodemkwaliteitsbelang kunnen eisen worden gesteld aan emissies die vanuit de verticale afdichtingsconstructie optreden.