Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, uitgangspunten voor het ontwerp, monitoring

Het doel van monitoring is de controle op het functioneren van de integrale isolatievoorziening en de controle van eventuele effecten op de omgeving. Het laatste meestal in de eerste plaats in de vorm van monitoring van de grondwaterkwaliteit. Het isolatiesysteem zal veelal uit meer componenten bestaan dan de verticale wand. Omdat verticale afdichtingswanden meestal worden gecombineerd met een verlaging van de stijghoogte in het te isoleren gebied, dient controle op stijghoogten periodiek plaats te vinden. (Voor meer informatie over de algemene aspecten van beheersing en controle aan de orde zoek ook op monitring, installatiefase of monitoring, controle in de gebruiksfase.)

Met een monitoringsysteem kan getoetst worden of het isolatiesysteem aan de doelstellingen voldoet. Een monitoringsysteem bestaat uit een meetsysteem (bijvoorbeeld peilbuizen), een database van metingen en een managementsysteem dat weergeeft welke actie moet worden ondernomen bij onvoldoende functioneren.

Naast een algehele toetsing aan de doelstellingen van het systeem, is het ook mogelijk om het functioneren van de damwand te toetsen. Bijvoorbeeld door de wand gedeeltelijk bloot te leggen en de kwaliteit van de wand te beoordelen. Eventueel kunnen van tijd tot tijd uit de wand genomen monsters in het laboratorium worden beproefd. De levensduur van een stalen damwand is afhankelijk van de corrosiesnelheid. De corrosiesnelheid van een stalen damwand kan met behulp van een sonde in de bodem bij de wand worden geregistreerd.

Bij verticale afdichtingswanden spelen gebruiksbeperkingen een rol, zoals het niet toelaten van een belasting die de uitgangspunten van het ontwerp overschrijdt. De grootte van de toelaatbare belasting is sterk afhankelijk van het type wand. Boven het maaiveld uitstekende delen van de damwanden moeten worden onderhouden.

De oorzaak van eventueel onvoldoende functioneren van een verticale afdichting in het geheel van de integrale isolatievoorziening kan veelal niet worden achterhaald, evenmin als de ligging van lekkagepunten. Als lekkagepunten toch wel geïdentificeerd kunnen worden, kan worden overwogen een deel van de wand te vernieuwen. Ook kan middels een plaatselijke injectie (‘jet-grouting’) een lek in een wand afdoende worden afgedicht.