Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, uitvoeringsvormen, technische gegevens schroefpalenwand

Schroefpalenwand
Met behulp van deze techniek wordt een verticale wand gemaakt van een slecht doorlatende substantie die bestaat uit beton, cement-bentoniet etc. Deze techniek onderscheidt zich van de diepwandtechniek onder andere in de wijze van aanbrengen. (voor meer informatie zie externe linkwww.bamgrondtechniek.nl)

Een spiraalboor (avegaar) met holle as wordt door middel van een hydraulisch aangedreven boorkop de bodem in geschroefd. De holle as is aan de onderzijde afgesloten met een verloren kapje. Als de boor op diepte is wordt hij getrokken. Bij dit trekken wordt via de holle as continu een slecht doorlatende substantie in de bodem gepompt. De volgende paal wordt met een zekere overlap naast de vorige gezet op het moment dat deze nog niet verhard is. Op deze wijze ontstaat een schroefboorpalenwand. Bij dieptes groter dan 10 m kan ook een ruimte tussen de palen open worden gelaten, die later door chemische injectie wordt geïnjecteerd (zie literatuurverwijzing 13).

De techniek is zeer gevoelig voor de kwaliteit van de uitvoering. Van Weele beschrijft dat palenwanden, gemaakt volgens het systeem met de enkele boormotor, dusdanig veel lekkages vertonen dat toepassing in de milieutechniek niet zonder meer mogelijk is (zie literatuurverwijzing 8). Ervaring opgedaan bij het maken van grond- en waterkeringen ten behoeve van bouwputten wijzen in dezelfde richting.

In onderstaande figuur is een bovenaanzicht van een schroefpalen wand schematisch weergegeven.

Bij een meer recente variatie op deze methode wordt er geboord met een dubbele boormotor. Het zou met deze techniek mogelijk zijn een wand te maken die minder lekken vertoont. Eerst wordt een buitenste buis onder een draaiende beweging in de bodem gedrukt. Binnen deze buis wordt een schroefboor tegengesteld aan de mantelbuis de bodem in gedraaid. Onder verwijdering van de schroefboor wordt de ruimte met een substantie volgeperst. Pas nadat de paal gereed is wordt de mantelbuis verwijderd; door dit trillend te doen ontstaat verdichting van het materiaal. Op deze manier wordt een betere plaatsbepaling bewerkstelligd. Voor dit modernere systeem was tot voor kort in ons land de noodzakelijke apparatuur niet beschikbaar (zie literatuurverwijzing 8). Er moet rekening worden gehouden met een zekere zakking van de bodem in de omgeving door toestromen van zand in de boorbuis. Het laatst beschreven systeem bevond zich in 1987 nog in een ontwikkelingsstadium.

In onderstaande tabel zijn de technische gegevens van een scherm/foliewamd voor verticale afdichting weergegeven.

Tabel Technische gegevens schroefpalenwand voor verticale afdichting

Technisch aspect

Specificatie

•Materiaal

•Beton of cement-bentoniet

•Dikte

•0,35 - 1,5 m (afhankelijk van de boordiameter)

•Maximale diepte

•Circa 50 m

•Doorlatendheid

•10-7 -10-8 m/s

•Chemische resistentie

•In het algemeen goed, behalve in zure milieus

•Levensduur

•niet bekend

•Aansluiting op slecht doorlatende laag

•Bij voldoende insteekdiepte gemakkelijk te realiseren

•Apparatuur

•Schroefboor installatie, kraan, betonpomp

•Produktiecapaciteit

•40 - 120 m paallengte per werkdag