Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, verticale afdichting, uitvoeringsvormen, technische gegevens diepwanden algemeen

Diepwandtechniek
De toepassing van diepwanden in de weg- en waterbouw dateert uit de jaren vijftig. Diepwanden worden gemaakt door een sleuf te graven en deze te vullen met een materiaal dat, na verharding, een slecht doorlatende barrière vormt. Het toegepaste materiaal is meestal een cement- bentoniet mengsel. Naast de geringe doorlatendheid van dit materiaal waaruit de wand zelf bestaat, speelt bij cement-bentoniet ook de ‘filter- cake’ (die aan de rand van de wand in de oorspronkelijke bodem gevormd wordt) een functionele rol. Ook betonnen diepwanden komen voor, in het bijzonder als in verband met een grondkerende functie een grote sterkte vereist is.

Er kunnen verschillende uitvoeringsvormen worden onderscheiden, met name op basis van de continuïteit van de wand tijdens het aanbrengen en het te gebruiken graafmaterieel. In het algemeen wordt met een twee-fasensysteem (voor meer informatie zoek ook op technieken gebaseerd op vervanging van grond) gewerkt. In het vooronderzoek vindt laboratoriumonderzoek plaats naar de eigenschappen van het wandmateriaal, met name de verwerkbaarheid, verhardingstijd, doorlatendheid, bestendigheid tegen verontreinigende stoffen mechanische eigenschappen (voor meer informatie zoek ook op materialen voor diepwandconstructies).

Voordat de feitelijke wand wordt gegraven wordt een tracé uitgezet en zullen veelal geleidebalken worden aangebracht. Deze geleidebalken vereenvoudigen de plaatsbepaling van de graafwerkzaamheden, zorgen voor een goede geleiding van de graafapparatuur (wat van belang is voor de maatvoering) en dienen als kering van de bovengrond (waarbij ze erosie tijdens het graven door de bewegende steunvloeistof voorkomen). Door de geleidebalken enige overhoogte te geven kan een hoger niveau van de steunvloeistof en daarmee een overdruk in de sleuf worden gehanteerd wat instortingen van de sleuf tijdens het graven voorkomt. De grootte van de gewenste overdruk is o.a. afhankelijk van de grondwaterstand.