Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, gerealiseerde toepassingen

Algemeen
Geohydrologische isolatiesystemen bestaan vaak uit een combinatie van horizontale en verticale onttrekkingssystemen op verschillende diepteniveaus. Door een combinatie van verschillende onttrekkingssystemen kan een optimale afstemming plaatsvinden op de doelstelling van de beheersing en de lokale situatie.

Geohydrologische isolatie speelt een rol bij de bodembescherming bij:

  1. stortplaatsen, zoals bijvoorbeeld:
    • De Vlagheide (’s Hertogenbosch);
    • De Roosten (Eindhoven);
    • Weperpolder (Oosterwolde);
    • Derde Merwedehaven (Dordrecht);
    • Stortplaats Nauerna bij Zaandam.
  2. bedrijfsterreinen, zoals bijvoorbeeld:
    • Zinkfabriek Budelco (Budel).

Er zijn tientallen bodemsaneringen waarbij geohydrologische isolatie een rol speelt, bijvoorbeeld de gasfabrieken Woerden, IJsselstein en Zeist (Utrecht), Heeksterend (Friesland) en Molenwater Middelburg (Zeeland).

In het navolgende worden ter illustratie enkele voorbeelden kort besproken. Zie literatuurverwijzing 6 (hoofdstuk 10) voor meer praktijkvoorbeelden (met name geohydrologische isolatie van stortplaatsen).

Gasfabriek Dirksland
Op deze locatie is naast een bovenafdichting met asfalt een gecombineerd geohydrologisch beheerssysteem aangebracht. Het beheerssysteem bestaat uit twee diepe onttrekkingssystemen, namelijk 3 verticale bronnen ter plaatse van het brongebied en 3 verticale bronnen ter plaatse van het verspreidingsgebied. Op deze wijze wordt voorkomen dat verontreinigingen vanuit het brongebied zich naar het verspreidingsgebied verplaatsen. Na een beperkte inregelfase is met dit onttrekkingssysteem een beheersbare situatie gerealiseerd.

Enschede Schiffstraat
Ter plaatse van deze locatie is sprake van een gecombineerd ondiep en diep verticaal onttrekkingssysteem. Het ondiepe systeem heeft specifiek als functies het afvangen van een dunne oliedrijflaag. Het diepe onttrekkingssysteem heeft tot doel de grondwaterstand te verlagen tot een niveau beneden het peil van de zijtak van het Twenthe-kanaal.

Cinduterrein te Utrecht
Ter plaatse van het Cinduterrein is sprake van een stagnerende grondwatersanering als gevolg van de aanwezigheid van restverontreinigingen. Deze restverontreinigingen worden beheerst door middel van een beperkte onttrekking met één diepbron. Omdat onttrokken wordt uit een zeer goed doorlatend pakket worden nauwelijks stijghoogteverlagingen gerealiseerd. Monitoring vindt plaats door middel van debietmetingen, grondwaterstandsmetingen en grondwaterkwaliteitsmetingen. Specifiek probleempunt is de verstopping van onttrekkingsbronnen als gevolg van erodering van de ingebrachte softgel ten behoeve van de aangebrachte onderafdichting.

Autowrakkenterrein De Liede
Op deze locatie is onder een aangebrachte betonnen bovenafdichting een beheerssysteem aangebracht bestaande uit horizontale drains in de ophooglaag. Gezien de omvang van de locatie is het gebied ingedeeld in vier deelgebieden, met een verschillend beheerspeil. Specifiek aandachtspunt is de controle van de gerealiseerde grondwaterstanden in de ophooglaag.

Laan der Verenigde Naties
Op deze locatie is een middeldiep geohydrologisch beheerssysteem aangebracht in een oeverwalafzetting. Daarnaast is een leeflaag aangebracht met een drainagesysteem, met als doel de infiltratie te beperken. Plaatsing van onttrekkingssystemen in een heterogene bodem als een oeverwalafzetting vraagt de nodige aandacht bij de uitvoering. Als gevolg van getijde-invloed is beïnvloeding van de stijghoogte, met als doel creëren van kweldruk, moeilijk te controleren.