Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, toepassingsgebied algemeen voor horizontale drains, aspecten van belang voor het functioneren

Algemeen
In Nederland is veel ervaring aanwezig met de toepassing van horizontale drains. Toepassing van horizontale drainage voor het gebruik als saneringsmaatregel of bodembeschermende maatregel is van recentere datum. Het toepassen van horizontale drains is derhalve een operationele techniek. Drains kunnen in het algemeen met succes worden toegepast in watervoerende lagen met een beperkt doorlaatvermogen.

Voor meer informatie over de toepassingsmogelijkheden van horizontale drains gericht op het verwijderen van verontreinigingen via het grondwater zoek ook op horizontale onttrekking. Voor meer informatie over de toepassing van horizontale drains in bovenafdichtingsconstructies zoek ook op bovenafdichting.

Een geohydrologische isolatie met horizontale drains wordt toegepast om, door middel van het beïnvloeden van de stromingsrichting van het grondwater, verspreiding van verontreinigende stoffen naar de omgeving te voorkomen. Deze vorm van isolatie kan als zelfstandige techniek worden ingezet dan wel in combinatie met andere isolatie- of saneringstechnieken, zoals geohydrologische isolatie met verticale bronnen, verticale afscherming en/of bovenafdichting. Voor meer informatie zoek ook op geohydrologische isolatie met horizontale drains in combinatie met bovenafdichting. Voor meer informatie over de aspecten die van belang zijn voor het onderzoek en de besluitvorming zoek ook op aspecten van onderzoek en besluitvorming.

Het functioneren van een geohydrologisch isolatiesysteem met horizontale drains wordt met name bepaald door:

  • het ontwerp van het systeem;
  • de keuze van het beheerspeil;
  • de intensiteit en diepteligging van de drains in relatie tot de bodemopbouw en geohydrologische situatie.

Het drainageysteem bestaat in het algemeen uit drie elementen:

  • de drain zelf: diameter, materiaal, spleetwijdte;
  • de drainomhulling: polypropyleen;
  • de drainomstorting: dikte omstorting, samenstelling (grof zand, grind).

Verder kunnen de volgende uitvoeringsvormen worden onderscheiden:

  • installeren van drainage in een gegraven sleuf;
  • installeren van drainage in een gefreesde sleuf (met kettinggraver);
  • horizontaal gestuurd boren (HDD). Deze relatief nieuwe techniek is reeds toegepast op bodemsaneringslocaties.

Voor een beschrijving van de mogelijke uitvoeringsvormen van een horizontale drain zoek ook op onttrekken uit horizontale drains.

Bij Horizontal Directional Drilling (HDD) wordt vanaf maaiveld, in eerste instantie, een pilotboring uitgevoerd die een kleinere diameter heeft dan die van de aan te brengen drainbuis. Vervolgens wordt het boorgat ‘geruimd’ en wordt de buis in het boorgat getrokken. Om het horizontale boorgat in stand te houden is het noodzakelijk om tijdens het boren gebruik te maken van een (afbreekbare) steunvloeistof. Afhankelijk van de lengte waarover de horizontale drains moeten worden aangebracht, dient bij de keuze van de diameter en het materiaal van de drain en omhulling rekening te worden gehouden met forse trekkrachten die optreden tijdens het inbrengen van de drain. Een nadeel van het op deze wijze aanbrengen van horizontale drains is dat geen goede omstorting om de drain kan worden aangebracht.

De technische mogelijkheden om met horizontale drains een duurzame geohydrologische isolatie van een verontreinigde locatie te creëren worden bepaald door de volgende factoren:

  • het ontwerp van het drainageysteem: beheerspeil, intensiteit;
  • het ontwerp van de drain: diameter drain, omhullingsmateriaal, omstorting etc.;
  • de bodemopbouw en geohydrologische situatie: doorlatendheid bodem, niveau grondwaterstand;
  • de bodemchemie;
  • de verontreinigingssituatie;
  • de inbrengtechniek en diepteniveau;
  • de omgevingsaspecten.