Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, toepassingsgebied algemeen voor horizontale drains, realiseringsmogelijkheden vanuit kenmerken drain

Ontwerp drain
De diameter van de drains, de onderlinge afstand tussen de drains alsmede de spleetdiameter van het filter en de eventuele toepassing van omhullings- en omstortingsmaterialen dienen te worden afgestemd op de bodemopbouw en op het benodigde beheersdebiet. Voor het ontwerp zijn zowel de fysische karakteristiek van de bodem (korrelgrootte) als de chemische karakteristiek van het grondwater van belang. Voor toepassing bij bodemsaneringsprojecten is toepassing van een drainomhulling en/of een -omstorting noodzakelijk, om het functioneren op de langere termijn te kunnnen garanderen. Om dichtslibbing te voorkomen moet de drainageomhulling/omstorting zodanig worden ontworpen dat wordt voldaan aan de filterregels (zie literatuurverwijzing 21).

Diameter drain
De diameter van de drain moet zodanig worden gekozen dat voldoende filteroppervlak wordt verkregen om het benodigde onttrekkingsdebiet te behalen. Aangezien de benodigde onttrekkingsdebieten bij geohydrologische isolatie vaak gering zijn, zeker indien tevens sprake is van een bovenafdichting en/of een verticale afscherming, leidt dit vaak tot theoretisch grote drainafstanden en zeer kleine diameters. Om echter een effectieve werking van het systeem te kunnen garanderen en de opbolling te beperken is het gewenst de drainafstand niet te groot te kiezen (15 tot 25 m). De diameter van de drain wordt in dit soort situaties veel meer bepaald door de onderhoudsmogelijkheden (doorspuiten) en de kwetsbaarheid (kunnen opnemen van enige gronddrukken).

Uit evaluatie van een project blijkt dat een theoretisch door te spuiten diameter van 63 mm voor een horizontale drain in de praktijk tot veel onderhoudsproblemen leidde. Derhalve wordt geadviseerd de draindiameter te overdimensioneren (minimale diameter: 80 mm), zeker omdat de aanschafkosten van de drain vaak een zeer klein deel van de totale saneringskosten vormen. Vanuit het aspect levensduur is het van groot belang om voldoende (liefst tweezijdig) doorspuitvoorzieningen op te nemen. Materiaal drain Voor de keuze van het materiaal van de drain is met name de chemische resistentie maatgevend. PVC-drains kunnen niet worden toegepast indien sprake is van een bodemverontreiniging met VOCl. Daarnaast is de keuze van het materiaal van de drain van belang in verband met de flexibiliteit, benodigd voor het aanbrengen en het opvangen van ongelijkmatige zettingen.

Omhulling van de drain
Er worden verschillende typen drainomhulling toegepast:

  • synthetisch volumineus (polypropeen);
  • organisch (kokosvezel, turf(vezel), combinatie van beide). Dit zijn organische materialen die mogelijk op termijn kunnen verteren.

Het toepassen van dunne synthetische vliezen als omhullingsmateriaal (b.v. glasvlies) wordt afgeraden in verband met het risico op verstopping door ijzer- en mangaanafzettingen of door de aanwezige verontreinigende stoffen. Het toepassen van onjuiste drainomhullingsmaterialen kan leiden tot het slecht functioneren van drains.

Drainomstorting
Voor het goed functioneren van een horizontale drain is een ruime omstorting met grof zand of grind gewenst. De toe te passen drain kan bij een juist ontwerp een ruime spleetwijdte of drainperforatie hebben en is daardoor minder gevoelig voor verstopping. Op deze wijze wordt het toestromend oppervlak sterk vergroot. Daarnaast kan de grindkoffer de drainerende functie van de drain plaatselijk overnemen in geval van breuk of plaatselijke verstopping. Afstemming van de korrelgrootte van de omstorting op de korrelgrootte van de omliggende bodem en de grondwatersamenstelling is noodzakelijk. Voor vuistregels zie literatuurverwijzing 21.