Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, toepassingsgebied specifiek voor horizontale drains, effecten op de omgeving

Effecten op de omgeving

Algemene informatie
Door het onttrekken van grondwater en het daarmee verlagen van de grondwaterstijghoogte wordt het stromingspatroon veranderd. Effecten op de omgeving in de vorm van stijghoogteverlagingen en veranderingen van stromingsrichtingen zijn op lokale schaal onvermijdelijk. Met de keuze van de locatie van de drain en het ontwerp kunnen de effecten echter worden beperkt. De invloed van een geohydrologische isolatie met behulp van drains is over het algemeen veel geringer dan die bij toepassing van verticale putten.

In onderstaande tabel is weergegeven hoever de theoretische invloed reikt van een horizontale drain voor drie niveaus van grondwaterstandsverlaging (0,10, 0,25 of 0,50 m) ter plaatse van de drain (beheersniveau), conform figuur Beheersniveau bij toepassing van horizontale drains. De berekende afstanden geven een indruk van de beïnvloeding van het stromingsbeeld in de omgeving. De grens van het invloedsgebied is gedefinieerd als de afstand waarop de grondwaterstandsverlaging gelijk is aan 0,05 m.

Tabel Invloedsgebied (m) horizontale drain bij variërende verlaging ter plaatse van de drain

 

kD = 15 m3/dag

kD = 30 m3/dag

kD = 50 m3/dag

s0 = 0,10 m

60

85

110

s0 = 0,25 m

140

197

254

s0 = 0,50 m

200

281

364

Uit bovenstaande tabel kan worden geconcludeerd dat de invloedssfeer met name wordt bepaald door de gecreëerde verlaging en daarnaast door het doorlaatvermogen van de laag waaruit onttrokken wordt. In de praktijk blijkt dat de beïnvloeding op een niveau van 0,05 tot 0,10 m vaak niet eenduidig is vast te stellen ten opzichte van de natuurlijke fluctuaties. Daarbij komt dat ondiepe bodemlagen vaak heterogener van opbouw zijn, met als gevolg dat de afwijkingen ten opzichte van de theoretisch berekende grondwaterstandsverlagingen groot zijn. Ook kunnen nog andere lokale ingrepen, zoals de aanwezigheid van kelders of oude rioolsleuven, van invloed zijn op de werkelijk optredende effecten in de omgeving.

Resultaten projectevaluaties
In de praktijk is gebleken dat het monitoringnetwerk dat wordt gehanteerd onvoldoende dicht is om verlagingen in de omgeving te verifiëren. Met een overgedimensioneerd onttrekkingssysteem, zowel ten aanzien van intensiteit van de onttrekkingsmiddelen als het gekozen beheersniveau, wordt getracht aan de eisen ten aanzien van isolatie te voldoen. Een van het algemene beeld afwijkende bodemopbouw is veelal de oorzaak van het optreden van afwijkingen in invloedssfeer van de drain.

Hypothese toepassingsgebied
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat een beïnvloeding van de ondiepe grondwaterstand over een afstand van 50 tot 100 m goed mogelijk is. Het gebied waarbinnen effecten kunnen optreden kan oplopen tot enkele honderden meters wanneer:

  • grote grondwaterstandsverlagingen worden gecreëerd;
  • de kD voor de ondiepe bodemlagen relatief groot is;
  • voeding door neerslag of vanuit dieper gelegen bodemlagen plaats vindt.

Mogelijk dat in deze gevallen andere aspecten (bodemheterogeniteiten, lokale obstakels in de ondergrond) de invloedssfeer van de grondwaterbeheersing in meerdere mate gaan bepalen.