Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, uitgangspunten voor het ontwerp, aandachtspunten voor de gebruiksfase

De belangrijkste activiteiten in de gebruiksfase zijn het onttrekken (en eventueel infiltreren) en zuiveren van grondwater. Daarnaast vindt periodiek onderhoud plaats en wordt het voldoen aan de doelstellingen met het geïmplementeerde systeem middels het uitvoeren van een monitoringprogramma getoetst (voor meer informatie zoek ook op monitoring en nazorg). Het besturingssysteem is in de ontwerpfase gedefinieerd en in de implementatiefase, middels proefdraaien, gevalideerd. Ook in de gebruiksfase zal het regelmatig moeten worden bijgesteld.

Waterzuivering
De kwaliteit van het op te pompen water moet in het ontwerpstadium worden vastgesteld. Hierop moet de waterzuivering worden gedimensioneerd. Het op te pompen water bestaat naast het verontreinigde grondwater uit water dat uit de omgeving onttrokken wordt en in de regel relatief schoon is. Een systematiek ter inschatting van de kwaliteit van het water wordt gegeven in het dossier ‘Voorspellingsinstrument grondwatersaneringen’ (zie literatuurverwijzing 7).

De kosten van de zuivering van het water blijven gedurende de gehele gebruiksfase terugkomen en vormen daarom een belangrijke kostenpost. Voor meer informatie over waterzuiveringen zoek ook op verwerken van bij bodemsanering vrijkomend water.

Produktie reststoffen en overlast
Het verontreinigde water dat in de gebruiksfase vrijkomt kan na (eventuele) zuivering op het oppervlaktewater of riool worden geloosd maar kan ook worden geïnfiltreerd. In dat laatste geval is sprake van een gesloten keten en vormen de reststoffen uit de waterzuivering de enige afvalprodukten.

Het geluid dat de pompen en de waterzuivering produceren kan tot overlast leiden. Op de zuivering na kan het grootste gedeelte van de installatie onder het maaiveld worden afgewerkt.

Invloed verontreinigende stoffen op het isolatiesysteem
Het is mogelijk dat bodemverontreinigende stoffen de effectiviteit van de systemen beïnvloeden en de levensduur beperken, bijvoorbeeld door aantasting van filtermaterialen, omhullingen en onderdelen van pompen. De aantasting is afhankelijk van de aard van en het gehalte aan verontreinigingde stoffen.