Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, geohydrologisch, uitgangspunten voor het ontwerp, werkingsprincipe infiltratie

Infiltratie
Ook infiltratie kan bij een geohydrologische isolatie worden gebruikt om de grondwaterstromingen te beïnvloeden. Voor infiltratie kunnen in principe dezelfde technische middelen toegepast worden als bij onttrekking. Alleen in de uitvoering zullen speciale voorzieningen getroffen moeten worden, omdat andere typen problemen op kunnen treden.

In het algemeen is infiltratie niet acceptabel als het te infiltreren water qua kwaliteit of eigenschappen te sterk verschilt van het in de ondergrond aanwezige grondwater. Hierdoor kunnen onder andere chemische reacties met neerslagvorming optreden. Ook ontgassing kan aanleiding geven tot onoverkomelijke problemen. In geval van anaëroob grondwater met hoge Fe- en Mn-gehaltes kunnen onoverkomelijke verstoppingsproblemen ontstaan doordat met de infiltratie zuurstof wordt ingebracht, waardoor het anaërobe karakter niet gehandhaafd kan worden en precipitatie van Fe- en Mn-oxyden rond het infiltratiepunt optreedt. Als water in de bodem wordt geïnfiltreerd in een andere laag dan waaruit het onttrokken wordt, is een vergunning in het kader van het Lozingenbesluit noodzakelijk.

Herinfiltratie van onttrokken grondwater na eventuele reiniging kan een oplossing zijn indien:

  • stijghoogteverlagingen in de omgeving van het te isoleren gebied moeten worden beperkt;
  • de netto-onttrekking aan een maximum gebonden is (in het kader van een kwantitatief grondwater beheer);
  • de mogelijkheden tot afzet van het onttrokken grondwater beperkt zijn.

In de eerste twee gevallen is bij herinfiltratie sprake van een activiteit die ten doel heeft de verdroging van de bodem te voorkomen. Dit is bijvoorbeeld ook van belang ter voorkoming van funderingsschade. In het laatste geval is er in zekere zin sprake van het zich ontdoen van een produkt.

Bij herinfiltratie wordt het te onttrekken debiet van het systeem veelal groter. Dit geldt bij een ‘gesloten systeem’ (al het onttrokken water wordt weer geïnfiltreerd) en nog meer als een deel van het geïnfiltreerde water van elders afkomstig is. De vergroting van het te onttrekken debiet vergroot de kans op verspreiding als de onttrekking uit zou vallen. Hiervoor kunnen echter de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen.

In onderstaande figuur wordt een voorbeeld gegeven van een gecombineerd systeem met onttrekking en infiltratie. Als verontreinigd grondwater wordt onttrokken en weer wordt geïnfiltreerd, dient tussen het onttrekkings- en het infiltratiedeel van het systeem een waterzuivering te worden geschakeld. Dit geldt niet als het te infiltreren water schoon is.

(Zie literatuurverwijzing 3)