Isolatie, geohydrologisch, verticale bronnen, toepassingsgebied versus toepassingsvoorwaarden, verandering grondwaterstanden en/of -stromingsrichting
Effecten op omgeving/verandering van grondwaterstanden
Algemene informatie
Als gevolg van de onttrekking kunnen in de omgeving grondwaterstandsverlagingen optreden. Voor de grootte van dit gebied kan als vuistregel worden gehanteerd dat de straal gelijk is aan 3 maal de spreidingslengte ((kD*cv). De cv- waarde is de vervangende weerstand van de boven- en onderliggende scheidende laag 1/cv = 1/c1 + 1/c2. Zie tevens onderstaande tabel.
Tabel Indicatie invloedssfeer
kD-waarde |
cv-waarde |
spreidingslengte |
invloedssfeer |
100 |
100 1.000 |
100 316 |
300 950 |
500 |
100 1.000 |
223 707 |
670 2.120 |
1.000 |
100 1.000 |
316 1.000 |
950 3.000 |
Hypothese toepassingsgebied
De randvoorwaarde dat grondwaterstandverlagingen en -verhogingen bij toepassing van geohydrologische isolatie niet groter mogen zijn dan 5 cm is alleen relevant voor de omgeving van de te isoleren locatie. Uit tabel F5.22 kan worden afgeleid dat een beïnvloeding van de grondwaterstand over een afstand van honderden meters mogelijk is. Het invloedsgebied van een geohydrologisch beheerssysteem met verticale bronnen is daarmee in het algemeen beduidend groter dan van een geohydrologisch beheerssysteem met horizontale drains. In specifieke gevallen, waarin de grondwaterstandverandering schade tot gevolg kan hebben, kunnen meestal compenserende maatregelen worden getroffen zodanig dat het niet voldoen aan deze eis niet belemmerend is voor het toepassen van geohydrologische isolatie.
Verandering grondwaterstromingsrichting
Algemene informatie
Geohydrologische isolatie is gebaseerd op het principe van beïnvloeding van de grondwaterhuishouding. Doel van een geohydrologische isolatie is een grondwaterstroming te creëren waarbij het grondwater vanuit de omgeving richting het te isoleren gebied gaat stromen. Veranderingen in stijghoogten en stromingsrichtingen zijn dus een essentieel onderdeel van deze vorm van isoleren. In welke mate veranderingen kunnen optreden dient in een vooronderzoek te worden vastgesteld. Hiervoor verdient het aanbeveling om geohydrologische modellen toe te passen.