Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Baggeren en transporteren, keuzetraject voor toe te passen baggertechnieken

De volgende aspecten zijn van belang bij de techniekkeuze voor het baggeren van een verontreinigde waterbodem:

  • de locatie van de verontreinigde waterbodem (bereikbaarheid, type water, waterdiepte);
  • de stroomsnelheid en golfhoogten;
  • de grondgesteldheid;
  • het te verwijderen baggervolume (laagdikte, oppervlakte);
  • de verontreinigingssituatie (soort stoffen en wijze van voorkomen in de waterbodem);
  • de aanwezigheid van grof vuil;
  • de vereiste baggernauwkeurigheid;
  • de toelaatbare vertroebeling en mors;
  • de afstand tot het depot (pijpleiding transport, bakkentransport, wegtransport);
  • de gewenste baggerproductie.

De betreffende aspecten zijn onder te brengen in de volgende drie hoofgroepen:

  • de locatiekenmerken (projectomstandigheden);
  • de beleidsmatige en vergunningtechnische voorwaarden;
  • de projectvoorwaarden en -wensen.

Bij de keuze van een bepaalde baggertechniek in een concrete situatie zullen de kenmerken van de in aanmerking komende technieken worden getoetst aan de aspecten uit de drie hoofdgroepen. De locatiekenmerken zijn daarbij ‘hard’ en zijn niet te beïnvloeden. De beleidsmatige en vergunningtechnische voorwaarden gelden als randvoorwaarde voor de uitvoering, terwijl de projectvoorwaarden en - eisen meer het beoordelingskader vertegenwoordigen.

De stappen die in de praktijk leiden tot de keuze van een toe te passen techniek staan in het stroomschema in de vorm van een activiteitenschema weergegeven.

Activiteitenschema milieuvriendelijk baggeren