Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Baggeren en transporteren, stroom en golven bij baggeren

De optredende stroomsnelheid en (wind)golfhoogten zijn van belang voor de werkbaarheid en de nauwkeurigheid waarmee het werktuig in de gewenste positie kan worden gehouden. De werkbaarheid van een baggerwerktuig wordt bepaald door:

  • getijdewerking;
  • de golfhoogte;
  • de stroomsnelheid;
  • weersomstandigheden zoals wind en mist;
  • ijsgang.

Getijdewerking kan een randvoorwaarde opleveren voor baggerwerken met het oog op de mogelijk ongewenste verspreiding van sediment/zwevend stof. In een vergunning/bestek kunnen op grond hiervan bijvoorbeeld bepaalde werktijden worden voorgeschreven. In algemene zin kan worden gesteld dat methoden met een geringe beroering/opwerveling van slib het minst gevoelig zijn voor getijdewisseling.

IJsgang zal meestal het baggeren onmogelijk maken. Mist veroorzaakt slecht zicht dat voor het baggeren beperkingen kan opleveren. De gevolgen van wind vertalen zich in golfhoogten die bij overschrijding van een zeker maximum het baggeren stil zullen leggen. Naast windgolven spreekt men in kustlocaties en op zee van deining bij golven die door wind op grote afstand wordt veroorzaakt. Op binnenwateren, waar het Handboek met name betrekking op heeft, is alleen sprake van windgolven. Windgolven gaan gepaard met korte golfperioden en deining met langere golfperioden. Korte golfperioden veroorzaken een geringere scheepsbeweging dan langere golfperioden. Om deze reden zal dezelfde golfhoogte bij plaatselijk veroorzaakte windgolven, een geringere scheepsbeweging veroorzaken dan een lange zeegolf.

Het werkbaarheidscriterium wordt hoofdzakelijk bepaald door windgolven en stoomsnelheid. Bij klein materieel en materieel op ankerpalen liggen de criteria voor maximaal werkbare golfhoogte en de stroomsnelheid lager dan bij groot materieel. Dat geldt ook voor materieel dat gebruik maakt van een vast platform op spudpalen.

Omdat de golfhoogte en de stroomsnelheid van invloed zijn op de positienauwkeurigheid en daarmee op de haalbare baggernauwkeurigheid, geldt voor milieubaggeren veelal een scherper criterium dan voor regulier baggerwerk. De golfhoogte wordt uitgedrukt in de significante golfhoogte. Deze is gelijk aan het gemiddelde derde hoogste deel van de golven in een golfveld.