Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Baggeren en transporteren, type en mate van verontreiniging waterbodem

De verontreinigingssituatie van de waterbodem is vaak niet van doorslaggevend belang bij de keuze van het in te zetten baggerwerktuig. Vluchtige stoffen kunnen echter wel werktuigen, waarbij het baggeren niet in een gesloten systeem plaatsvindt, uitsluiten. Bij het verwerken van verontreinigde baggerspecie dient men risico’s voor eigen persoonlijke veiligheid en die van de omgeving te vermijden. De RAW [4] alsmede de ARBO-wet kent een reeks van voorschriften die men in acht dient te nemen bij het omgaan met verontreinigde baggerspecie. De voorschriften zijn uitgewerkt in de CROW publicatie 132: Werken in/met verontreinigde grond en (grond)water [12] en in het Arbo-informatieblad AI-22. Opgemerkt wordt dat het hanteren van de genoemde voorschriften in de CROW132 vooral berusten op een aantal praktijkafspraken van betrokken overheidsinstanties en marktpartijen.

Regels voor persoonlijke veiligheid betreffen onder andere arbeidshygiënische- en veiligheidsprocedures, het informeren van de werknemer inzake type en soort verontreinigingen, het dragen van beschermende kleding, werk- en blootstellingstijden, het beperken van de toegang tot het werk voor betrokken werknemers, het beschikken over een ruimte voor toegang van en naar het werkterrein (ook bij schepen) waar men kan wisselen van ‘buitenwerk tenue’ naar werkkleding en werkschoeisel, aanwezigheid van een schone kantine en toiletruimten, het beschikken over een draaiboek in geval van ongevallen, het oprichten van waarschuwingsborden etc.

Regels om de omgeving te vrijwaren van een belasting met verontreinigde stoffen betreffen onder meer het voorkomen van morsen tijdens het transport over de weg (dus gebruik maken van dichte vrachtwagens), voorzieningen om vrachtwagens te reinigen alvorens deze de weg opgaan, het voorkomen van lekkende leidingen bij hydraulisch transport, geen overvloei bij het baggeren met een sleephopperzuiger, gebruik maken van gerecirculeerd proceswater etc.

De (mogelijke) aanwezigheid van asbest in de baggerspecie krijgt de laatste jaren veel aandacht. Zolang de baggerspecie niet boven het wateroppervlak wordt gebracht vormt asbest geen probleem. Maar als de specie bijvoorbeeld na het laden in het middel van vervoer of na morsen op werktuigen of de oever uitdroogt, kan de aanwezige asbest door verstuiving worden verspreid. Daarnaast moet rekening worden gehouden met verspreiding van asbest via aerosoolvorming bij overslag.