Baggeren en transporteren, vergunningen tbv baggerwerken

In de onderstaande tabel is voor het traject van baggeren, transporteren, verwerken en deponeren van verontreinigde baggerspecie een overzicht gegeven van de van toepassing zijnde regelgeving [5] met de bijbehorende aspecten.

Overzicht van regelgeving bij het saneren van verontreinigde waterbodem

Toelichting op bovenstaande tabel:

Wbb: Met ingang van 1 januari 2006 is de herziene de Wet bodembescherming (Wbb) van kracht geworden. Volgens artikel 28 van de Wbb dient een voorgenomen sanering van een ernstig verontreinigde waterbodem gemeld te worden bij het bevoegd gezag. Volgens artikel 39 van de Wbb dient de melding ‘vergezeld te gaan van de resultaten van het nader onderzoek alsmede, indien het voornemen bestaat de bodem te saneren, de resultaten van het saneringsonderzoek en van een saneringsplan'.

Wbr: Volgens de Wet beheer rijkswaterstaatswerken is het verboden om zonder vergunning gebruik te maken van een waterstaatswerk, anders dan waarvoor het is bestemd. Dit gebruik kan het uitvoeren van een saneringsproject zijn. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van waterstaatswerken en ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van het waterstaatswerk (gebruik van sluizen en scheepsroutes en doorkruising daarvan bij de uitvoering van een werk etc.).

Wvo: In tegenstelling tot het storten van baggerspecie in oppervlaktewater, het lozen van proceswater of het onder water verplaatsen van baggerspecie, is het niet gebruikelijk dat het bevoegd gezag ook voor het baggeren zelf een Wvo-vergunning afgeeft. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt gewaarborgd door in het werkplan/bestek vast te leggen op welke wijze het aspect ‘vertroebeling’ (de verspreiding van het verontreinigde zwevende stof) wordt geminimaliseerd. Indien op de baggerlocatie ook verwerkt wordt kan voor de lozing van proceswater wel een Wvo-vergunning vereist zijn.

Wm: Uit de praktijk blijkt dat veel baggeractiviteiten geen Wm- beschikking nodig hebben. In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld in een druk bewoonde havenkom (Elburg) of in een natuurgebied, kan het bevoegd gezag oordelen dat wel een Wm-vergunning moet worden aangevraagd, met name om het milieuaspect ‘geluid’ te kunnen reguleren. Het bevoegd gezag vraagt een akoestisch rapport om een goede Wm-beschikking te kunnen afgeven.

Wro: Volgens de Wet ruimtelijke ordening is voor een werk of een werkzaamheid een aanlegvergunning nodig. In dit verband kan dit de tijdelijke aanleg van een persleiding betreffen en het aanleggen van een (tijdelijk) depot.

Woningwet: Een verwerkingsinstallatie kan een bouwwerk zijn in de zin van de wet waarvoor een bouwvergunning nodig is.

Wvz: De Wet verontreiniging zeewateren komt in beeld bij werkzaamheden op zee. Net zoals bij de Wvo wordt voor het baggeren zelf geen vergunning afgegeven. Ook hier geldt dat deze regelgeving vooral betrokken wordt op het storten van baggerspecie in zee, het onder water verplaatsen van baggerspecie of het lozen van proceswater. In een bestek/werkplan wordt vastgelegd welke maatregelen worden genomen om vertroebeling te minimaliseren.

AMK: Op de archeologische monumentenkaart staan lokaties aangeven met een archeologische waarde. Bij het uitvoeren van werkzaamheden op een dergelijke locatie zal bij de gemeentelijke of provinciale instanties getoetst moeten worden of en zo ja onder welke voorwaarden deze kunnen worden uitgeveord.

APV: Indien met de bestaande regelgeving niet kan worden volstaan, kan met een Algemene Plaatselijke Verordening een eis worden opgelegd. Een voorbeeld is het voorkomen van geluidsoverlast. Dit kan alleen onder de Wet milieubeheer worden geregeld indien er sprake is van een inrichting. Echter, bij (saneer)baggerwerk is er geen sprake van een inrichting omdat de werkzaamheden (meestal) geen permanent karakter hebben zodat de Wm niet van toepassing is.

Provinciale of Waterschapsverordeningen/keuren: In het kader van deze wetgeving kunnen door het waterschapsbestuur eisen worden gesteld wanneer er sprake is van baggeren nabij of in een talud van een dijk of nabij een waterkering. Deze eisen worden vastgelegd in een keurontheffing.

Natuurbeschermingswet:Vanuit de natuurbeschermingswet kunnen voorwaarden worden gesteld aan de uitvoeringsmethode en -periode Voor baggerwerkzaamheden kan dit betekenen dat deze alleen buiten het broedseizoen plaats mogen vinden. Dit betekent dat alleen in de periode augustus-maart kan worden gebaggerd. Het document Natura 2000 van LNV [lit. 21] is hierbij leidend.

Arbowet: De uit de arbeidsomstandighedenwet voortkomende eisen hebben betrekking op veiligheid en worden veelal uitgewerkt in een V&G-plan.

Het aanvragen van vergunningen onder de Wm, Wvo en de Woningwet moet bij wet gecoördineerd geschieden. Een aanvraag onder de Wm wordt niet behandeld indien er niet eveneens een Wvo-vergunning is aangevraagd. Een bouwvergunning wordt niet in behandeling genomen indien er geen aanvraag voor een Wm-vergunning is gedaan.