Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Behandelen en bestemmen van baggerspecie, Beheer en monitoring verwerkingsinrichtingen voor baggerspecie

In een speciaal daartoe aangelegde verwerkingsinrichting voor baggerspecie, bijvoorbeeld een doorgangsdepot met mogelijkheden voor bewerking van de specie, of ook een stortplaats (voor meerdere gevallen in één gebied of voor één specifiek project) wordt door het bevoegd gezag vanaf 1-1-2006 nazorgplan een geëist. Dit nazorgplan vormt niet alleen een handleiding voor de exploitatie, maar kan ook sturend zijn voor het (meerjaren) baggerprogramma of het baggerwerk en de afvoer van de producten en eventueel reststromen van de bewerking.

Het nazorgplan vloeit voort uit de Wm-vergunning en gaat o.a. in op:

  • de acceptatieprocedure (acceptatiecriteria afgestemd op de kwaliteit van af te zetten bewerkte specie);
  • de kwaliteit van het materiaal in het depot en de kwaliteit van bodem en grondwater;
  • de bewerkingen in de inrichting;
  • de registratie van gegevens van aan - en afgevoerd materiaal;
  • metingen en controles (o.a. monitoring van grondwaterkwaliteit);
  • het veiligheidsplan.

Een belangrijk element van het beheer is de 'boekhouding' van de inrichting. Aangevoerde specie, afgevoerde materialen, lozingen naar oppervlaktewater, beïnvloeding van de bodem (grond en grondwater), geluid en eventueel emissies naar de lucht worden gemeten en geregistreerd.

In het onderstaande wordt ingegaan op de monitoringaspecten die vooral voor verwerkingsinrichtingen van belang zijn. Monitoringaspecten voor andere, meer installatie gebonden, verwerkingstechnieken blijven als gevolg van het meer specifieke karakter ervan buiten beschouwing. Dit geldt ook voor andere monitoringaspecten niet samenhangend met verwerking.

Beschrijving nulsituatie
Per aangevoerde partij bagger dient de nulsituatie, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin te worden vastgelegd. Onder nulsituatie wordt hier verstaan het moment dat de partij bagger in de inrichting is gebracht en het verwerkingsproces nog niet is begonnen.

Kwantiteit
In de diverse stadia van het bagger- en verwerkingsproces dient een baggerpartij te worden gekwantificeerd. De volgende stappen kunnen worden onderscheiden:

  1. kwantificering van de naar de inrichting af te voeren partij bagger vooraf in situ. Door vaststelling van de breedte en lengte van het baggervak en de baggerdiepte dient het volume van de partij te worden vastgesteld;
  2. kwantificering van de bij de inrichting aangevoerde hoeveelheid bagger per partij aan de hand van het aantal vrachten. De hoeveelheid per vracht zal steekproefsgewijs worden vastgesteld;
  3. kwantificering van een partij nadat deze in de inrichting is gebracht door nauwkeurig de omvang te meten.

Kwaliteit
De kwaliteit van een partij baggerspecie zal eveneens in diverse stadia worden vastgelegd. Hier gaat het om de bemonstering en analyse van de partij in situ en bij aanvoer bij de inrichting. De te onderzoeken parameters kunnen als volgt worden gegroepeerd:

  1. fysische parameters: droge stof, organische stof, lutum, korrelgrootteverdeling en eventueel de in het veld te meten afschuifweerstand of de indringingsweerstand;
  2. chemische parameters: uit de toetsingslijst van het Besluit bodemkwaliteit kan een selectie van de te onderzoeken parameters worden gemaakt. Met name bij de in situ bemonstering zal sprake zijn van een uitgebreide analyse omdat op basis van de uitkomsten ervan bepaald wordt of de betreffende partij naar de inrichting zal worden afgevoerd. Naar de mate waarin het in situ onderzoek meer zekerheid geeft over de samenstelling van de partij kan de ingangscontrole wellicht minder omvangrijk zijn.

Monitoring verwerkingsproces
Het monitoringprogramma heeft betrekking op het verwerkingsproces als zodanig. Dit proces vangt aan op het moment dat de partij bagger in de inrichting is gebracht en de nulsituatie is vastgelegd. Het monitoringprogramma wordt gestaakt zodra de partij eindproduct is geworden en van het terrein van de verwerkingsinrichting wordt afgevoerd. Het doel van het monitoringprogramma is het verloop van het verwerkingsproces te volgen en gegevens te leveren voor de procesbeheersing. Het monitoringprogramma heeft betrekking op elke partij bagger afzonderlijk. De volgende parameters kunnen daarbij van belang zijn:

  1. algemene parameters: regenval, buitentemperatuur, verdamping, vorst, vraat door dieren, menselijk handelen;
  2. kwantitatief: volume van elke partij door meting van de hoogte van de bagger in de inrichting;
  3. kwalitatief: consistentie. Bepaling van de consistentie van de in bewerking zijnde bagger door meting van de afschuifweerstand en/of penetratieweerstand en/of andere parameters die samenhangen met het hergebruiksdoel;
  4. kwalitatief: fysische en chemische parameters. Hierbij gaat het vooral om de parameters waarvan aangenomen wordt dat tijdens het bewerkingsproces veranderingen op zullen treden en op basis waarvan eventueel in de procesvoering wijzigingen dienen te worden aangebracht. Dit parameterpakket is afhankelijk van de kwaliteit van de oorspronkelijke bagger. Daarom zal per partij een afzonderlijk monitoringprogramma moeten worden opgesteld. In elk geval dient een basispakket parameters onderzocht te worden, waarin opgenomen parameters als het organische stofgehalte, lutum, drogestofgehalte en dergelijke.

Behalve de monitoring van de baggerpartijen zullen ook de waterstromen gemonitoord moeten worden. Dit met het oog op het kunnen opstellen van een water- en stoffenbalans. Het gaat om het oppervlaktewater dat via de aflaatkisten wordt afgevoerd en om het drainwater. Het totaal van deze stromen zal bemeten en bemonsterd moeten worden, mede in verband met de controle op de lozingsvoorschriften van de Wvo-vergunning.
Met de vastlegging van de begin- en eindsituatie (respectievelijk de nulsituatie en het gewenste eindproduct) is duidelijk welk proces doorlopen moet worden. Met behulp van de gegevens uit de procesmonitoring kan vervolgens een voortgangscontrole op het proces worden uitgeoefend. Bij afwijkingen zullen dan wijzigingen in de bedrijfsvoering doorgevoerd moeten worden. Te denken valt aan: toepassen van begreppeling, omzetten van de bagger, mengen van partijen vanwege de gewenste fysische eigenschappen, verbetering van de waterafvoer en dergelijke.

Registratie en rapportage
De procesadministratie van een verwerkingsinrichting zal kunnen worden gerealiseerd met behulp van een daartoe ontwikkeld informatiesysteem.
Per bewerkte partij baggeren kan een rapport worden opgesteld, met daarin verzameld alle relevante gegevens ten aanzien van de herkomst en bestemming van de bagger, de kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, de toegepaste verwerkingstechnieken en de doorlooptijd. Met deze rapportage kan tevens worden voldaan aan de in een Wm- vergunning en Wvo opgenomen rapportageverplichting.