Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Behandelen en bestemmen van baggerspecie, Beoordelingswijze milieueffecten verwerking

Hieronder wordt toegelicht hoe in deze richtlijn de milieueffecten van verwerkingstechnieken voor baggerspecie worden beoordeeld. Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar het POSW eindrapport over Milieueffecten [25]. Bij de uitwerking in de diverse onderdelen wordt eerst ingegaan op de positieve effecten (de ‘milieuverdienste’) en vervolgens op de negatieve effecten (de ‘milieubelasting’).

Milieuverdienste
De milieuverdienste wordt in twee soorten aspecten weergegeven:

  1. de milieuwinst van de technieken;
  2. het prestatiegebied van de technieken.

De milieuwinst van de technieken betreft de daadwerkelijke verdienste die de techniek heeft voor het milieu. De winst bestaat uit:

  1. de productie van toepasbaar materiaal: de hoeveelheid van de droge stof (als percentage van de invoer) die tot toepasbaar materiaal wordt verwerkt; en
  2. de kwaliteitsverbetering die met de verwerking bereikt wordt (percentage reductie aan gehalte of mobiliteit van de verontreinigingen).

Beide aspecten houden een positief effect in en dienen afzonderlijk beoordeeld te worden. Zandscheidingstechnieken leiden bijvoorbeeld niet tot een kwaliteitsverbetering van de totale fractie, omdat de verontreinigende stoffen niet afgebroken of geïmmobiliseerd worden, maar geconcentreerd in een deelstroom. Voor de volledigheid wordt in de tabellen naast de kwaliteitsverbetering van de totale fractie ook de kwaliteitsverbetering van het product weergegeven.

Het prestatiegebied is een maat voor de milieuverdienste die de techniek voor de aanpak van het totale aanbod aan baggerspecie zou kunnen opleveren. Het betreft:

  1. het type specie (zandrijk, matig zandig, slibrijk) dat met de techniek behandeld kan worden; en
  2. welk type verontreinigende stoffen (metalen, organische microverontreinigingen, cocktail) hierbij verwijderd dan wel geïmmobiliseerd worden.

Sommige technieken kunnen worden ingezet voor alle typen specie, maar leiden tot een beperkte kwaliteitsverbetering, zodat ze alleen efficiënt kunnen worden ingezet voor licht tot matig verontreinigde specie. Andere technieken kunnen alleen worden toegepast op (fijne fracties van) matig zandige of zandrijke specie, maar leiden wel tot een sterke reductie van gehalten of mobiliteit van stoffen. Het prestatiegebied vormt een eerste afbakening van het toepassingsgebied van de diverse technieken.
De resultaten van de beoordeling van de milieuverdienste worden bij de betreffende onderdelen op de volgende wijze in tabelvorm gepresenteerd.

Voorbeeld van tabellen met milieuverdienste van technieken

[%]

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Landfarming

Prestatiegebied:

 

Type specie

zandrijk
matig zandig
slibrijk

Type stoffen

omive
zware metalen
cocktails

Milieuwinst:

Hoeveelheid product

 

Kwaliteitsverbetering

afh. van reinigingsrendement: 70% -
90%

 

Zandscheiding

Prestatiegebied:

Type specie

zandrijk
matig zandig
slibrijk

Type stoffen

omive
zware metalen
cocktails

Milieuwinst:

Hoeveelheid product

50% -
80% afh. van zandgehalte

 

Kwaliteitsverbetering

0% (voor de totale fractie); 60 - 90% van het product


Milieubelasting
Om deze milieuwinst te behalen moet op andere aspecten van het milieu een beroep gedaan worden. De milieubelasting is opgebouwd uit de volgende aspecten:

  • Ruimtebeslag
  • Energieverbruik
  • Waterverbruik
  • Grondstoffenverbruik
  • Afvalstofproductie
  • Emissies
  • Hinder (geluid, stank, veiligheid)

Het ruimtebeslag is bij de beoordeling steeds berekend in de vierkante meters die per dag nodig zijn voor de verwerking van 1 ton droge stof. Het energieverbruik is uitgedrukt in het aantal Megajoules die nodig zijn voor de verwerking van 1 ton droge stof. Voor beide aspecten zijn steeds uitgangspunten aangenomen voor de jaarcapaciteit en de dimensionering van de installaties.
De afvalproductie is uitgedrukt in kilogram droge stof per ton droge stof invoer. Bij scheidingstechnieken is de afvalproductie (de fijne fractie) relatief hoog. Echter, wanneer deze wordt verwerkt door middel van nageschakelde technieken, vervalt dit negatieve aspect.
De beoordeling van de emissies en de hinder is indicatief uitgevoerd.

Milieubalans
Een algemene trend is dat technieken die een hogere milieuverdienste opleveren, ook een hogere milieubelasting met zich meebrengen. Het is echter onmogelijk om te komen tot één cijfer voor het milieueffect, omdat de diverse (positieve en negatieve) milieuaspecten zo divers van aard zijn. Het belang of gewicht dat aan de diverse aspecten gegeven kan of zou moeten worden, kan beïnvloed worden door lokale aspecten. Hierbij kan gedacht worden aan de aanwezigheid van ruimte of duurzame energiebronnen. Ook transportafstanden naar installaties en depots, of regionale verwerkingsplannen kunnen van invloed zijn.
Kortom, de beoordeling van het overall milieueffect dient van locatie tot locatie te worden uitgevoerd.