Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

In situ aanpak van waterbodems, Introductie

Er zijn diverse strategieën voor in situ aanpak van verontreinigde waterbodems. De waterbodem wordt hierbij niet verwijderd, maar ter plekke behandeld.

Op voorhand wordt gesteld dat er tot nog toe weinig ervaringen zijn met in situ oplossingen [1]. Daarom vormt de in situ aanpak (in tegenstelling tot de ex situ aanpak), meer een omschrijving van de potenties en mogelijke ontwikkelingen dan een beschrijving van de daadwerkelijke mogelijkheden. Bij verder onderzoek en proefneming kan hierin verandering komen.
In plaats van techniekbeschrijvingen, worden mogelijke strategieën aangegeven.

Voor terrestrische bodems is in situ aanpak verder ontwikkeld en met name gericht op de microbiële of chemische afbraak van organische stoffen [2]. De reden voor het verschil in de toepassingen tussen droge en natte bodems is gelegen in:

  1. Waterbodems bevatten veelal een cocktail aan verontreinigende stoffen:
    Waterbodems zijn vaker dan droge bodems verontreinigd met een cocktail aan stoffen (ontstaan vanuit diffuse bronnen), zodat een meervoudige aanpak nodig is;
  2. Aanleg procescondities:
    Bij waterbodems is het gecompliceerder om de voor de aanpak gewenste condities aan te brengen, zónder het watersysteem met zijn (nautische of ecologische) functies te veel te beïnvloeden.

Doelen
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het doel van in situ aanpak van verontreinigde waterbodems is: ‘het verlagen van de inspanningen en kosten van waterbodemingrepen’. De kosten en moeite van het baggeren en transporteren kunnen immers worden bespaard, alsmede het ruimtebeslag voor verwerking en/of storten. Soms komt het bovendien voor dat bagger niet kan worden verwijderd zonder de stabiliteit van de oever in gevaar te brengen.

Daarnaast is het in sommige gevallen mogelijk dat een ex situ aanpak niet gewenst of effectief is. Dit kan het geval zijn bij natuurgebieden, waar het tot een ernstige verstoring van het ecosysteem leidt. Anderzijds is het ook mogelijk dat de verontreiniging zich in een zeer dunne toplaag bevindt, waardoor het baggeren technisch niet effectief is.

Principes
Evenals voor ex situ aanpak bestaan er in potentie veel verschillende vormen van in situ aanpak van vervuilde waterbodems. Deze zijn echter minder ver ontwikkeld dan die voor de ex situ aanpak. Daarom wordt gesproken over potentiële mogelijkheden voor de in situ aanpak, waarbinnen meerdere strategieën voor de uitvoering bestaan.

Bij in situ aanpak kan gedacht worden aan de volgende potentiële mogelijkheden:

  1. omzetting van verontreinigende stoffen door bacteriën, planten of chemische reacties;
  2. immobilisatie van verontreinigende stoffen door planten of toeslagstoffen;
  3. mobilisatie van verontreinigende stoffen (extractie) gevolgd door nabehandeling.

In plaats van de in bovenstaande opties genoemde daadwerkelijke verwijdering van de verontreinigende stoffen, kan een in situ aanpak ook bestaan uit:

  1. isolatie van de verontreinigde laag, teneinde de verspreidingsriciso’s te minimaliseren;
  2. monitoring van de locatie, teneinde een beter inzicht in de daadwerkelijke risico’s te verkrijgen.