Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Zeven en ontwateren van baggerspecie, Milieueffecten

Milieuverdienste

Zeven en ontwateren zijn voor- (zeven en ontwateren) of nageschakelde (ontwateren) technieken, die nodig zijn voor verdere verwerking. De milieu-effecten van deze technieken zijn beperkt [6].

Zeven kan bijdragen aan een lager gehalte aan verontreinigingen indien de af te zeven fractie sterker verontreinigd is dan het ingevoerde materiaal.
Mechanisch ontwateren heeft een zeer beperkte invloed op de kwaliteit van de baggerspecie; wel wordt een volumeafname bereikt, waardoor het ruimtebeslag kleiner wordt.

Milieubelasting

In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de milieueffecten van zeven en ontwateren. De afzonderlijke aspecten worden hieronder toegelicht.

Overzicht van milieugebruik van zeven en ontwateren

Ruimtebeslag
Het ruimtebeslag van zeef- en mechanische ontwateringsapparatuur is zeer gering aangezien de apparatuur zeer compact is.

Energieverbruik
Het energieverbruik van zeven en ontwateren zit voornamelijk in electriciteit benodigd voor aandrijving van pompen en motoren. Het energieverbruik per ton droge stof specie is afhankelijk van het type apparaat, de capaciteit en de te behalen doorzet. Het gemiddelde verbruik voor mechanisch ontwateren van fijne fractie inclusief voorbehandeling ligt tussen de 10 en 25 kWh per ton droge stof.

Afvalproductie
Bij zeven van de invoer (baggerspecie) kunnen grove delen achterblijven die, al naar gelang hun aard, als afvalstof of naar een puinbreker voor hergebruik moeten worden afgevoerd.
De ontwaterde fijne fractie, die ontstaat na afscheiden van zand, zal eveneens als afvalstof moeten worden afgevoerd tenzij verdere behandeling nuttige toepassing mogelijk maakt. Hiervoor zijn diverse technieken mogelijk, afhankelijk van het type verontreinigingen in de fijne fractie. Wanneer zware metalen aanwezig zijn, is thermische immobilisatie vaak de enige mogelijkheid om tot een volgens het Besluit bodemkwaliteitnuttig toepasbaar product te komen. De milieubelasting van storten wordt dan ingeruild voor die van thermisch immobiliseren.

Grondstoffenverbruik
Het zeven van baggerspecie met kleine maaswijdten is alleen mogelijk door de specie te verdunnen met water.
Bij ontwateren van baggerspecie of de resterende fijne fractie na afscheiden van zand zijn hulpstoffen benodigd, coagulanten en flocculanten. Voor dit doel worden specifiek ontwikkelde organische polymeren ingezet, waardoor de samenhang en de filtreerbaarheid wordt verbeterd. Het gemiddelde verbruik voor het gehele proces van mechanisch ontwateren ligt tussen de 1 en 4 kg aktieve stof per ton droge stof fijne fractie uit baggerspecie.

Emissies
Bij het zeven of ontwateren van baggerspecie kunnen emissies naar de bodem plaatsvinden door contact van verontreinigde baggerspecie of vrijkomend water met de bodem. Dit wordt in de praktijk voorkomen door de apparatuur op een vloeistofdichte verharding te plaatsen, waarbij het vrijkomende water wordt opgevangen en behandeld.

Emissies naar lucht zijn mogelijk in geval de verontreinigde baggerspecie vluchtige stoffen bevat. Over het algemeen bevat baggerspecie geen hoge concentraties vluchtige stoffen, daar dergelijke stoffen meestal ook beter in water oplossen en daardoor niet in het sediment terechtkomen. Bij toepassen van vacuümtechnieken voor ontwateren dient dan mogelijk nabehandeling van de afgezogen lucht te worden toegepast met aktief kool of biologische filters. Bij intensief mengen van slibdeeltjes met water, o.a. bij fijn zeven, kunnen aërosolen ontstaan van zeer fijne verontreinigde deeltjes. Ook op deze plaatsen dient de lucht te worden afgezogen en nabehandeld te worden met bijvoorbeeld een biologisch of een aktief kool filter.

Apparatuur voor de ontwatering van baggerspecie produceert een stroom overtollig water. Afhankelijk van de soort en mate van verontreiniging van het ontwaterde materiaal én het type apparatuur alsook de instelling zal deze stroom verontreinigd zijn. Bij goed werkende en goed ingestelde apparatuur zal voor baggerspecie in de meeste gevallen kunnen worden volstaan met verwijdering van aanwezig zwevend stof uit de waterstroom. Hergebruik als proceswater of lozing op de riolering is dan mogelijk. Voor lozing op specifieke oppervlaktewateren kunnen aanvullende behandelingseisen worden gesteld. Afhankelijk van de herkomst van de bagger kunnen opgeloste fosfaat en stikstofverbindingen vrijkomen bij het ontwateren.

Hinder
Zowel zeefinstallaties als de pompen en motoren van ontwateringsapparatuur, die voor verwerking van baggerspecie worden gebruikt, zijn specifieke geluidsbronnen. Ontwateringsapparatuur is vaak overdekt opgesteld, terwijl zeefinstallaties gewoonlijk buiten zijn opgesteld. Stankoverlast kan optreden bij sterk olie- of teerhoudende baggerspecie.