Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Scheiden van baggerspecie, Algemene inleiding op het scheiden van baggerspecie

De achterliggende doelstelling van het scheiden van baggerspecie in zand en slib is het verkrijgen van een zo groot mogelijke nuttig toepasbare hoeveelheid materiaal (zand) en het verminderen van de hoeveelheid te storten materiaal en daarmee de benodigde berging in depots. Dit kan worden bereikt doordat verontreinigende stoffen de neiging hebben zich aan slibdeeltjes te hechten. Door afscheiden van de slibdeeltjes kan nuttig toepasbaar zand worden gewonnen. Overigens is het beperken van het volume afgescheiden slib door middel van ontwatering een belangrijk aandachtspunt om ook daadwerkelijk te besparen op benodigde depotruimte.

Het scheiden wordt in hoofdzaak uitgevoerd met twee uitvoeringsvormen, die afzonderlijk toegepast maar ook gecombineerd kunnen worden:

  • ‘natuurlijke’ scheiding in een sedimentatiebekken;
  • sterk procesmatig gestuurde scheiding met speciaal ontwikkelde, uit de mijnbouw afkomstige apparaten. De meest gebruikte en wellicht ook bekendste vertegenwoordiger is de hydrocycloon.

De belangrijkste verschillen tussen deze twee methoden liggen op het vlak van:

  • scheidingsresultaten;
  • kosten;
  • ruimtebeslag;
  • flexibiliteit wat betreft capaciteit en soort baggerspecie;
  • bedrijfsvoering: ervaring personeel en ‘instelpunten’ installatie.

Natuurlijke scheiding in een sedimentatiebekken kan doorgaands goedkoper worden uitgevoerd dan procesmatige scheiding vanwege met name de geringere investeringen en daarmee lagere kapitaalslasten. Daar staat echter tegenover dat de scheidingsresultaten minder goed kunnen zijn, de flexibiliteit t.a.v. de te verwerken soorten baggerspecie geringer en het ruimtebeslag groot is. Het proces is sterk ambachtelijk, dat wil zeggen dat veel kennis en ervaring vereist is van het proces.

Zoals gezegd kunnen beide methoden gecombineerd worden, teneinde de sterke punten van beide methoden te benutten en de zwakke te compenseren. De eerste scheiding wordt dan uitgevoerd met een sedimentatiebekken, waarna een deel van het materiaal indien noodzakelijk voor de afzet nabehandeld kan worden met hydrocyclonen. Het ontwerpen van een dergelijke combinatie is een kwestie van optimaliseren aan de hand van gegevens zoals baggerlokatie en omgeving, de baggermethode, de aanvoersnelheid, de samenstelling van de te behandelen baggerspecie en beschikbare verwerkingslokaties en depots voor storten van de niet toepasbare slibfractie.