Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Scheiden van baggerspecie, Milieubelasting van verwerking van baggerspecie in sedimentatiebekkens: aspect transport

De aanvoer van verontreinigde baggerspecie naar een sedimentatiebekken (SB) vindt plaats per as, per schip of per pijpleiding. In het laatste geval wordt meestal direct opgespoten in het SB. Bij aanvoer per as of per schip is op de locatie een overslagvoorziening en een voorziening voor verdunning en vervolgtransport noodzakelijk.

Afvoer van zand en eventueel de slibfractie vindt voornamelijk plaats per as en per schip. Voor de afvoer is het noodzakelijk dat zand en slib ontgraven kunnen worden.

De meeste inrichtingen werken op werkdagen tussen 07:00 en 19:00 uur. Een beperkt aantal inrichtingen is langer in gebruik. Het betreft hier voornamelijk inrichtingen waar het inspuiten van specie in het SB direct gekoppeld is aan de baggerwerkzaamheden. Het aantal transportbewegingen is afhankelijk van de wijze van aanvoer, afvoer en de hoeveelheid woon-werkverkeer van het personeel.

Vrachtwagencombinaties hebben een laadvermogen van 25-40 ton. Ter voorkoming van lek- en morsverliezen worden deze afgedekt en waterdicht afgesloten. Aanvoer en afvoer per schip vindt plaats in grotere hoeveelheden, afhankelijk van het volume van het schip.