Scheiden van baggerspecie, Nabehandeling vrijkomende deelstromen uit sedimentatiebekken voor baggerspecie
Na behandeling van baggerspecie in een sedimentatiebekken komen drie deelstromen vrij: zand, slib en water. Hieronder wordt beschreven hoe deze kunnen worden nabehandeld.
Nabehandeling zand
Nabehandeling van zand, na scheiding van baggerspecie in een scheidingsbekken (SB), kan bestaan uit:
- ontwateren (altijd noodzakelijk);
- polishing/nascheiding.
1. Ontwateren
De ontwatering van zand zal, als gevolg van de goede waterdoorlatendheid, veelal snel verlopen. Ontwatering kan worden versneld door in de bodem van het SB een drainage voor afvoer van water aan te brengen.
2. Polishing/nascheiden
Omdat in het scheidingsbekken sprake is van een concentratiegradiënt, kan een deel van het afgescheiden zand niet geschikt blijken voor hergebruik. Dit zand kan door nabehandeling, veelal bestaande uit een tweede scheiding door middel van hydrocyclonage en/of opstroomscheiding, alsnog tot een voor hergebruik geschikte kwaliteit worden opgewerkt. In een dergelijke combinatie van een SB met een procesmatige scheiding wordt het SB gebruikt als een voorscheiding, waardoor de hoeveelheid procesmatig te scheiden specie aanzienlijk wordt gereduceerd.
Nabehandeling slibfractie
Nabehandeling van de slibfractie, na scheiding van baggerspecie in een scheidingsbekken (SB), kent drie vormen:
- sedimentatie en consolidatie in een nat depot voor definitieve opslag (toegepast bij de Slufter en IJsseloog);
- slib ontwateren en drogen in depot;
- slib voorontwateren in depot, gevolgd door mechanische ontwatering.
Deze drie methoden hebben als gemeenschappelijke factor het reduceren van het volume van de niet voor hergebruik geschikte slibfractie. Na het afscheiden van een nuttig toepasbare zandfractie is het ontwateren/verdichten van de slibfractie de tweede belangrijke stap in het reduceren van het stortvolume.
Drogen heeft tot doel een steekvast stortbaar product te maken. Ontwateren/drogen kan zowel in depot als mechanisch geschieden.
Nabehandeling water
Indien noodzakelijk, bestaat de nabehandeling van het te lozen effluent (na scheiding van baggerspecie in een scheidingsbekken) veelal uit zandfiltratie of flocculatie van zwevende deeltjes gevolgd door filtratie of bezinking. Zuivering is noodzakelijk indien het te lozen surplus aan water niet voldoet aan de kwaliteitseisen die gesteld worden voor lozing.
[9], [10], [11], [12], [13], [14], [15], [16], [18], [19], [23], [24]