Natuurlijke verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Kostenbepalende factoren biologische reinigingstechnieken

Bij het maken van een kosteninschatting van de toepassing van biologische reinigingstechnieken zijn diverse technologische uitgangspunten relevant. Hieronder worden deze uitgangspunten toegelicht. Een voorbeeldberekening van de kosten wordt elders gemaakt. Zoek hiervoor op landfarmen, bioreactor en kosten (=zoekadvies).

De belangrijkste technologische uitgangspunten betreffen de verblijftijd, het drogestofgehalte van de invoer en de dimensionering van de technieken. Uitgangspunt is ook dat de specie bij aanvang, op basis van minerale olie en PAK, een zodanige kwaliteit heeft, zie [Behandelen en bestemmen van baggerspecie, Wettelijk kader voor toepassingsmogelijkheden van baggerspecie]die bij afronding toepassing volgens het Bbk mogelijk maakt. In onderstaande tabel wordt een aantal specificaties gegeven, waarna een toelichting volgt. Bij de berekeningen is uitgegaan van een verwerkingscapaciteit van 50.000 t.d.s. per jaar.

Overzicht van technologische uitgangspunten

* Het drogestofgehalte na ontwatering van de fijne fracties kan tussen de 35 en 50% liggen. Gerekend is met 50%.
** Voor ongescheiden specie kan een t.d.s./m3 aangehouden worden tussen de 0.39 en 0.3. Gerekend is met 0.3.

Verblijftijden
De benodigde verblijftijd beïnvloedt in sterke mate de kosten. De verblijftijd is afhankelijk van het soort techniek, maar ook van het soort specie dat behandeld wordt. Hierbij spelen zowel de korrelgrootte als de verschijningsvorm (biobeschikbaarheid) van de verontreinigende stoffen een rol.

Zandige specie zal in een landfarm sneller ontwateren, zodat de biologische afbraak sneller van start kan gaan en de verblijftijd korter is dan bij een vergelijkbare slibbige specie. In een slibrijke specie (of in een fijne fractie) zal ook de binding van de verontreinigende stoffen groter zijn, waardoor de afbraak trager verloopt en dus bij een bepaalde verblijftijd meer verontreinigende stof achterblijft.
Het effect van de verschillende verschijningsvorm (verdeling van wel/ niet biobeschikbare fractie) is groter dan het effect van het zandgehalte van specie(fractie)s. De kostenberekeningen zijn uitgevoerd in marges voor de verblijftijden, waarin de minimale en maximale verblijftijd voornamelijk door de verschijningsvorm veroorzaakt wordt. De kosten zullen tussen deze bandbreedte in liggen. De gekozen verblijftijden zijn gebaseerd op de ervaringen binnen POSW met de diverse technieken [1 en 2]. Marges ten gevolge van het zandgehalte vallen (zoals vooralsnog bekend) binnen deze marges.

Dimensionering en capaciteit
Voor alle technieken zijn de kosten voor de twee uiterste verblijftijden binnen de genoemde bandbreedte berekend. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat 50.000 t.d.s. per jaar gereinigd wordt. De grootte van de installatie is dusdanig genomen dat deze capaciteit mogelijk is. De capaciteit van de installatie wordt bepaald door de dimensionering van de installaties en door de het drogestofgehalte van het te verwerken materiaal (drogestofcapaciteit: % d.s. dat de slurry/specie in de installatie heeft).
Voor alle landfarmtechnieken wordt een laagdikte van 1 meter aangehouden, waarbij de capaciteit toeneemt met het drogestofgehalte. De landfarmtechnieken zijn doorgerekend zowel met folie-drains als met compost als onderafdichting.

Voor alle reactoren wordt gewerkt met verschillende aantallen bassins van 4 meter diep, 5 meter breed en 20 meter lang. Voor het SDP is dezelfde dimensionering aangehouden, zodat het verschil door het grotere drogestofgehalte en de kortere verblijftijd zichtbaar wordt.