Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Natuurlijke verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Kostenberekening biologische reiniging

In onderstaande tabel worden de resultaten gepresenteerd, berekend per ton droge stof invoer. Voorafgaand aan de bespreking daarvan worden twee opmerkingen gemaakt.
Voor de behandeling van de fijne fracties in reactoren (batch of continu) zijn de kosten van ontwatering vóór de behandeling niet meegenomen, omdat deze bij fractiescheiding zijn opgenomen (na hydrocyclonage ligt het drogestofgehalte van de fijne fractie tussen de 5 à 10%, wat moet worden ontwaterd tot 20 % d.s.). De kosten voor de ontwatering ná de behandeling van alle slurry’s zijn wél meegenomen.
De kosten voor eventuele afzet van de producten, en eventuele aanvoerwegen en nutsvoorzieningen, zijn niet meegenomen.

Tabel: Resultaten kostenberekeningen biologische technieken (€/ton droge stof)

 

Landfarming

Bioreactoren

Technieksoort:

 

 

Verblijftijd:

Intensief folie en drain

1.5 - 2.5 jr.

Intensief

compost

 

1.5 - 2.5 jr

Extensief

compost

 

5 - 15 jr.

Kasfarm

indirect

 

1 - 3 mnd.

*Batch

fijne fractie

 

14 - 28 dg.

*Continue fijne fractie

 

8 - 16 dg.

Continue

totale specie

8 - 16 dg.

kapitaalslasten

8 - 11

4.2 - 6.0

4.7 - 12.6

3.2 - 7.0

9.0 - 11.7

8 - 10

5.4 - 6.6

terreinhuur

2.1 - 3.2

2.1 - 3.2

2.5 - 7.5

0.07 - 0.18

0.04 -0.07

0.03 - 0.5

0.02 - 0.03

energie

0.0 - 0.0

0.0 0.0

0.0 - 0.0

0.35 - 1.0

8.3 - 10.1

9.5 - 11.8

9.5 - 11.8

personeel

1.1 - 1.1

1.1 1.1

0.11 - 0.11

1.7 - 1.7

4.4 - 4.4

3.7 - 3.7

3.7 - 3.7

rollend materieel

3.1 - 3.3

3.0 3.3

0.13 - 1,0

1.8 - 5.0

0 - 0

0 - 0

0 - 0

onderhoud

1.1 - 2.1

0.45- 0.6

0.5 - 1.3

0.55 - 1.3

2.2 - 2.7

1.72 - 1.72

1.72 - 1.72

afvoer

0.3 - 0.3

0.2 - 0.2

0 - 0

0 - 0

0.7 - 0.7

0.7 - 0.7

0.7 - 0.7

monitoring

2.7 - 3.3

2.6 - 3.3

2.6 - 4.6

2.7 - 3.3

2.6 - 2.8

2.4 - 2.4

2.4 - 2.4

overig

2.5 - 3.5

2.2 - 2.5

2.1 - 3.5

1.4 - 2.0

4.0 - 5

4.0 - 4.4

4.0 - 4.4

totaal

20 - 28 (23)**

16 - 20

15 - 31

10 - 18***

12 - 16

31 - 37

30 - 34

27 - 31

Kosten uitgedrukt in euro's per ton droge stof, bij verwerking van 50.000 t.d.s. per jaar, voor korte en lange verblijftijden.

* Kosten voor ontwatering van fijne fracties vóór behandeling, alsmede voor hydrocyclonage zijn niet meegenomen.
** Bij Intensieve landfarming zijn tussen haakjes de resultaten van de HGVB [14] weergegeven, voor een verblijftijd van 2.5 jaar.
***Kosten zonder post voor terreinhuur.

De kosten per ton droge stof variëren van circa € 20 tot € 28 (of € 16 tot € 20 bij onderafdichting met compost) voor landfarming en voor reactortechnieken van € 31 tot € 37. De grootste kostenposten voor intensieve landfarming liggen in de investeringskosten voor drainzand en folie (ca. 75% van investering). Landfarming met compost als onderlaag leidt tot meer dan een 50% reductie van de investeringskosten en een verlaging in de kostprijs van € 19 tot € 16 per ton droge stof.
Voor extensieve landfarming zijn de kosten voor de terreinen vanwege de lange looptijd aanzienlijk. Omdat gezocht wordt naar een nuttige toepassing gedurende de reiniging (eventueel nog met een opbrengst), zijn de kosten voor extensieve landfarming ook zonder terreinkosten berekend. De kosten voor indirecte kasfarming zijn opvallend laag, maar zijn sterk afhankelijk van de frequentie van bewerken en het beluchtingsregime.
Bij de reactortechnieken is de grootste investering in de ontwatering (ca. 40%) gelegen. Het verschil tussen continue en batch bedreven systemen is erg klein. Bij batchreactoren moeten alle reactoren achtereenvolgens ontwaterd worden. De ontwatering is hierdoor bijna een continue activiteit, zoals ook bij de continue slurry reactor plaatsvindt.

De kosten zijn tevens omgerekend naar kostprijzen per in situ kubieke meter specie.
Bij landfarming is voor de kostenberekening per ton droge stof is overigens het aantal kubieke meters als uitgangspunt genomen.
Er is uitgegaan van een laagdikte van 1 meter, waarna op basis van het drogestofgehalte de kosten per ton droge stof zijn berekend.
Bij bioreactoren is het drogestofgehalte van de invoer een belangrijke aanname. Voor behandeling van fijne fracties is een maximaal percentage dan 20% droge stof aangenomen en voor ongescheiden specie van 20%. Het optimale percentage wordt bepaald door de ontwaterbaarheid van de fijne fracties en van de zuurstofoverdracht.
Onderstaande tabel laat de kosten per kubieke meter situ specie zien. Voor landfarming geldt dat zandige specie sneller zal ontwateren, waardoor het biologische proces sneller op gang kan komen. Voor beide technieksoorten geldt in het algemeen dat naarmate meer fijne deeltjes aanwezig zijn, de biobeschikbaarheid van de verontreinigende stoffen zal afnemen, en een langere verblijftijd nodig zal zijn. Deze effecten zullen echter kleiner zijn dan die van de biobeschikbaarheid die reeds in de marges voor de verblijftijden zijn opgenomen. De kostenmarges zijn daarom voor alle drie de specietypen gelijk gehouden. Landfarming met slibrijke specie is technisch gezien slecht uitvoerbaar.

Resultaten kostenberekeningen biologische technieken (€/situ m3)

 

Verblijftijd

Slibrijke specie

Matig zandige specie

Zandige specie

Landfarming

Intensief (folie + drain)

1,5 - 2,5 jr.

n.v.t.

17 - 53

17 - 24

Intensief (compost)

1,5 - 2,5 jr.

n.v.t.

14 - 17

14 - 17

Extensief (compost)*

5 - 15 jr.

n.v.t.

12 - 26*

21 - 26*

Extensief (compost) (zonder terreinhuur)*

5 - 15 jr.

n.v.t.

9 - 15*

9 - 15*

Kasfarming

1 - 3 mnd.

n.v.t.

10 - 14*

10 - 14*

Bioreactoren*

Batch, fijne fractie

14 - 28 dg.

10 - 11

10 - 11

10 - 11

Continu, fijne fractie

8 - 16 dg.

9 - 10

9 - 10

9 - 10

Continu, totale specie

8 - 16 dg.

15 - 16

23 - 26

23 - 36

* Bij deze technieken dienen de kosten voor voorbehandeling met intensieve landfarming nog te worden opgeteld.
** Voor reiniging van fijne fracties in bioreactoren zijn de kosten voor (eventuele) voorafgaande fractiescheiding en indikken niet opgenomen. Deze dienen bij de to tale kosten te worden opgeteld.

Bij de berekeningen is uitgegaan van de kosten per ton droge stof invoer (zie bovenste tabel) en aangenomen situdichtheden voor de drie specietypen. Voor bioreactoren is gewerkt met 0,3 t.d.s. fijne fractie/situ m3 (dit geldt voor alle drie de specietypen).