Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Natuurlijke verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Milieubelasting rijping van baggerspecie

De milieubelasting die gemoeid is met de rijping van baggerspecie is beperkt. Een overzicht wordt gegeven in onderstaande tabel.

Tabel: Overzicht van milieugebruik van rijping

 

Gebruik

Afhankelijk van

Opmerking

Ruimtebeslag (m2xdag)/t.d.s.)

343

 

107

 

26

benodigde verblijftijd; korrelgrootteverdeling, d.s.-gehalte,

laagdikte bij aanvang (2 meter)

1 jaar: rijping slibrijke specie

6 mnd.: rijping matig zandige specie

2 mnd:. ontwatering zandrijk

Energieverbruik (MJ/t.d.s.)

2 4

soort en frequentie van bewerkingen

diesel voor rijdend materieel

Waterverbruik (m3/t.d.s.)

0

 

 

Grondstoffenverbruik (kg/ t.d.s.)

0,5

folie, toeslagstoffen

 

Afvalproductie (% v.d. d.s.)

0

kantoorafval, maaisel kaden en randen

 

Emissies

laag

 

verdamping nihil

Hieronder wordt het milieugebruik toegelicht voor de aspecten energievebruik, waterverbruik, grondstoffenverbruik, afvalproductie en emissies. Het aspect ruimtebeslag is elders toegelicht. Zoek op rijping en milieubelasting (=zoekadvies).

Energie- en grondstoffenverbruik
Het energieverbruik bij rijping is zeer laag en voornamelijk gelegen in het aanbrengen en bewerking (ploegen/omzetten) van de specie. Daarnaast is energie nodig voor het verpompen van water in het drainagesysteem en de waterzuiveringsinstallatie/bezinkbassin. Het energieverbruik wordt geschat op 2 – 4 MJ per ton droge stof. Normaliter worden geen hulpstoffen toegepast bij rijping. Bij verzuring van de baggerspecie kan, indien noodzakelijk, kalk worden toegevoegd. Ter bevordering van de bezinking van fijne bestanddelen kunnen bij de zuivering van het depotwater coagulanten en flocculanten worden toegevoegd. De noodzakelijke hoeveelheid ervan is gering. Daarnaast kan folie voor de onderafdichting gebruikt worden.

Emissies naar bodem, water en lucht
Emissies naar de bodem kunnen plaatsvinden door uitloging van verontreinigende stoffen. Uit een beoordeling van de kwaliteit van (gerijpte) baggerspecie is gebleken dat vooral sulfaat, andere zouten en mogelijk cyanide problemen kunnen opleveren. Zware metalen, PAK, PCB en pesticiden geven over het algemeen geen problemen. Problemen met emissies naar de ondergrond kunnen eenvoudig worden voorkomen door het aanbrengen van een afdichtende laag op de bodem van het depot in combinatie met een drainagesysteem voor de afvoer van percolatiewater. Dit percolatiewater zal, afhankelijk van de kwaliteit, moeten worden gezuiverd voor lozing op het oppervlaktewater of de riolering.
Emissies naar de lucht treden over het algemeen niet op. Er is ook geen sprake van verwaaiing van stof omdat baggerspecie nat wordt aangevoerd en tijdens het rijpingsproces verkleeft. Bij de aanvoer van baggerspecie en de vulling van het depot kan enige geuremissie optreden. De emissie van geur komt met name voor bij van nature anaërobe organisch stofrijke baggerspecie. In deze species worden vluchtige zwavelhoudende verbindingen gevormd (geur van slootmodder). Deze geuremissie zal na stort van de specie in het depot snel afnemen. De praktijk heeft uitgewezen dat een depot dat gevuld wordt met specie op een afstand van ca. 50 meter al niet meer te ruiken is. Na het vullen van het depot neemt de geuremissie snel af.
Emissies naar oppervlaktewater kunnen optreden in geval van lozing van vrijkomend water in de aanvangsperiode van het rijpingsproces. Voor meer informatie hierover zoek ook op zandscheiden en milieubelasting (=zoekadvies). Verder kan in zwak gebufferde specie door de rijpingsprocessen een daling optreden van de zuurgraad. Het poriewater in het depot kan daardoor verhoogde metaalgehalten bevatten (o.a. nikkel en zink) en gehalten aan sulfaat, nitraat en ammonium-stikstof. Afhankelijk van de inrichting van het depot kan het grondwater onder het depot met deze stoffen worden belast. Het volume bodem dat vanuit het depot door deze componenten wordt beïnvloed is afhankelijk van de grondwaterstroming en van de bodemeigenschappen. Meestal is de invloed beperkt of wordt deze beperkt door vergunningsvoorwaarden Wm.

Overlast transport en geluid
Overlast als gevolg van transport is sterk afhankelijk van de wijze van aanvoer van het te rijpen materiaal. Voor meer informatie hierover zoek ook op zandscheiden en milieubelasting (=zoekadvies).

Afgezien van de algemene geluidsbronnen zoals de aan- en afvoer van (gerijpte) baggerspecie kunnen bij het toepassen van rijpingsstimulerende maatregelen tijdens rijpingsproces specifieke geluidsbronnen optreden in de vorm van:

  • materieel voor het aanbrengen van greppels;
  • een kraan voor het omzetten van de baggerspecie.

Deze activiteiten zullen over het algemeen alleen plaatsvinden tijdens de dagperiode (07.00 – 19.00).

Afvalstoffen
Afhankelijk van het gekozen zuiveringssysteem voor het depotwater kunnen verschillende afvalstromen ontstaan:

  • chemische slibstroom uit coagulatie/flocculatie-unit;
  • (vervuild) slib uit sedimentatiebekken/ringsloot.

Het verwerken van deze afvalstromen zal afhankelijk zijn van de samenstelling, waaronder het drogestofgehalte en de mate van verontreiniging. Storten is in het algemeen de meest reële optie.

[1, 2, 4, 15, 21]