Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Natuurlijke verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Milieuverdienste van biologische reiniging van baggerspecie

De milieuverdienste van biologische technieken wordt in onderstaande tabel samengevat. Hierbij is de milieuverdienste uitgedrukt: 1) het prestatiegebied (type specie, type stoffen) en 2) de milieuwinst (hoeveelheid van in situ droge stof die tot product verwerkt wordt, en kwaliteitsverbetering).

Bij biologische reiniging worden organische verontreinigingen (minerale olie en PAK) biologisch afgebroken. Het verwijderingsrendement ligt tussen de 70 en 90%. Hierdoor kán een volgens het Bbk toepasbare kwaliteit of Achtergrondwaardekwaliteit bereikt worden. Zodoende wordt een reductie in benodigd depotvolume en in het gebruik aan primaire grondstoffen bereikt. Voorwaarde is daarbij wel dat de biobeschikbaarheid van stoffen groot is, óf dat een lange verblijftijd wordt aangehouden.

De milieuwinst bij landfarming bestaat uit ontwatering, structuurverandering en verbetering van de chemische kwaliteit ten aanzien van minerale olie en PAK-gehalten. Door nuttige toepassing van het gerijpte materiaal wordt een besparing op primaire grondstoffen en op benodigde depotruimte bereikt. De techniek richt zich op ongescheiden specie, zodat 100% van de in situ droge stof tot product zal worden. De verlaging van de gehalten aan organische verontreinigende stoffen is beter dan die bij rijping (70 – 90% bij landfarming, in plaats van 20% bij rijping), omdat de techniek specifiek gericht is op biologische afbraak. Het prestatiegebied bij landfarming beperkt zich tot species verontreinigd met minerale olie en PAK, voor zandrijke of matig zandige species. In tegenstelling tot rijping, kunnen geen slibrijke species behandeld worden, omdat dan de zuurstoftoevoer te beperkt wordt. Wel kunnen de gehalten aan deze stoffen hoger zijn dan bij rijping.

Overzicht milieuverdiensten biologische technieken

[%]

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Landfarming

Prestatiegebied:

Type specie

zandrijk
matig zandig
slibrijk

Type stoffen

omive
zware metalen
cocktails

Milieuwinst:

Hoeveelheid product

100%

Kwaliteitsverbetering

70-
90%

 

Bioreactoren ongescheiden specie

Prestatiegebied:

Type specie

zandrijk
matig zandig
slibrijk

Type stoffen

omive
zware metalen
cocktails

Milieuwinst:

Hoeveelheid product

100%

Kwaliteitsverbetering

70-
90%

 

Bioreactoren fijne fracties na zandafscheiding

Prestatiegebied:

Type specie

zandrijk
matig zandig
slibrijk

Type stoffen

omive
zware metalen
cocktails

Milieuwinst:

Hoeveelheid product

20-
50%

100%

Kwaliteitsverbetering

70-
90%

 

Voor reiniging in bioreactoren zijn de milieuwinst en het prestatiegebied, vergelijkbaar aan die van landfarming. Indien ongescheiden specie in bioreactoren wordt gereinigd, wordt het toepassingsgebied vergroot met ook de slibrijke specie. Indien de fijne fractie na zandafscheiding (bij matig zandige tot zandrijke species) in bioreactoren wordt behandeld, zal de hoeveelheid product niet 100% maar 20-50% van de totale fractie in situ droge stof betreffen (afhankelijk van de korrelgrootteverdeling). Gerelateerd echter aan de input in de reactoren is sprake van 100% product. Wanneer deze resultaten in combinatie met die van fractiescheiding wordt gezien, dan wordt de milieuwinst groter.

Samengevat kan gesteld worden dat de totale milieuverdienste van biologische technieken niet bijzonder hoog is. Hoewel meestal ál het materiaal tot product wordt verwerkt, is de daarbij haalbare productkwaliteit niet extreem hoog (wanneer een limiet aan de verblijftijd gesteld is).
Daar staat tegenover dat om dit doel te bereiken, de biologische technieken weinig milieubelasting met zich meebrengen. De belangrijkste factoren zijn het tijdelijk ruimtebeslag (landfarming) en het energieverbruik (bioreactoren). Vergeleken met andere procesmatige technieken is dit energieverbruik echter relatief laag. Indien een duurzame energiebron aanwezig is, kan dit effect bovendien minder belangrijk worden. Hetzelfde kan optreden met betrekking tot het ruimtebeslag: waar voldoende ruimte is, of waar een tweede functie aan het gebied gegeven kan worden, zal dit milieugebruik minder zwaar wegen.