Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Natuurlijke verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Zuivering van water vrijkomend uit doorgangsdepot

Bij de rijping van baggerspecie komt depotwater (regen-, percolatie-, transportwater) vrij dat, indien de kwaliteit niet voldoet aan de eisen die worden gesteld in de Wvo-vergunning, zal moeten worden gezuiverd. Over het algemeen zal dit van toepassing zijn op de eis aan het gehalte zwevende stof in het depotwater. Zware metalen en organische microverontreinigingen zijn voor een groot gedeelte aan deze zwevende stof geadsorbeerd.
Voor de verwijdering van zwevende stof kan worden gekozen voor de aanleg van een bezinkbassin of -sloot, eventueel in combinatie met het toevoegen van flocculatie- en coagulatiemiddelen om het bezinkproces te versnellen. Indien behandeling van het depotwater in een bezinkvoorziening niet afdoende is voor lozing op het oppervlaktewater, dan verdient het, met het oog op de kosten, de voorkeur het depotwater via de riolering te lozen op een RWZI.
De hoeveelheid te behandelen depotwater zal tijdens en direct na het vullen van het depot groter zijn dan aan het eind van het rijpingsproces. Daarnaast kunnen tijdens het proces pieklozingen ontstaan als gevolg van neerslag. Het is daarom aan te bevelen om een buffer aan te leggen voor het opvangen van pieklozingen. Pieklozingen tijdens het vullen van het depot kunnen worden beperkt door het water dat vrijkomt zo mogelijk te hergebruiken als perswater bij de aanvoer van baggerspecie.

[1, 2, 3, 6, 12, 17, 27]