Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Immobilisatie van baggerspecie, Ruwe contour toepassingsgebied van thermische immobilisatietechnieken

Op basis van praktijkervaringen kan globaal aangegeven worden wat het toepassingsgebied is van thermische immobilisatie van baggerspecie.

Praktijkervaringen met baggerspecie en keuze technieken
De praktijkervaring met de thermische immobilisatietechnieken voor de verwerking van baggerspecie beperkt zich grotendeels tot experimenten op pilotschaal. Tijdens de tweede pilotsanering van POSW is een demonstratie van smelten uitgevoerd [26]. Hierbij is 500 ton basalt geproduceerd die is toegepast in een proefvak van een dijklichaam.

Wanneer immobilisatietechnieken toepassen?
Immobilisatietechnieken kunnen in principe worden toegepast bij (slibrijke, matig zandige en zandrijke) species, verontreinigd met organische en/of anorganische stoffen. Het toepassingsgebied is zeer groot.

Voor thermische immobilisatietechnieken is het, vanwege het relatief hoge milieugebruik en kosten, meer effectief de technieken op deelstromen in te zetten, zodat de negatieve effecten per situ kuub geringer zijn. In de fijne fracties na fractiescheiding, zijn (cocktails aan) verontreinigingen vaak geconcentreerd, zodat met de thermische behandeling hiervan een grote milieuwinst bereikt kan worden. Cocktails aan verontreinigingen zijn bovendien niet met andere technieken te reinigen.

Bij de thermische technieken is het gehalte aan organische contaminanten geen probleem, immers: alle organische verbindingen verbranden in de eerste stappen van de behandeling. Voor de productie van kunstgrind d.m.v. sintering mag het organisch stofgehalte daarom echter niet te hoog zijn omdat het product al voor de thermische behandeling wordt vormgegeven. Een te hoog % organisch materiaal gaat daardoor ten koste van de vormvastheid van het grind. Tevens is er een minimaal % zand vereist. Mocht de specie te weinig zand bevatten, dan kan dit bijgemengd worden. Voor de vormgeving moet het drogestofgehalte van het invoermateriaal minstens 60% zijn. Dit kan bereikt worden door verder te drogen, of door het bijmengen van toeslagstoffen als vliegas, as van verbranding zuiveringsslib, verontreinigde grond.

Voor het smelten van specie worden helemaal geen eisen aan de samenstelling gesteld, het is daardoor ook goed geschikt voor de verwerking van residuen van andere behandelingstechnieken.

Vuistregels ruwe contour toepassingsgebied
Op basis van het bovenstaande kunnen voor het toepassingsgebied ruwe contouren worden opgesteld. Vanwege de beperkte praktijkervaring met deze technieken, kan slechts worden gesproken van: hypothese van het toepassingsgebied (aanname van het toepassingsgebied, gebaseerd op uit de literatuur beschikbare informatie en weinig praktijkgevallen – niveau 1).

Contouren toepassingsgebied voor thermische immobilisatietechnieken voor het behalen van minimaal producten die voldoen aan de Maximale Waarden van het Bbk

Thermische immobilisatie

Specietypen en soorten verontreinigingen

zeer zandrijk
(>80% zand)

matig zandrijk
(>50% zand <80%)

siltig/kleiig
(<50% zand)

uitsluitend zware metalen

 
 
 

minerale olie en PAK

 
 
 

overige organische microverontreinigingen (OMIVE)

 
 
 

cocktail organische en anorganische verbindingen

 
 
 

 

Toepasbaar

 

Mogelijk toepasbaar

 

Niet toepasbaar