Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bestemmen van baggerspecie en producten, Toepassen producten uit baggerspecie in stortplaatsen

Hieronder worden de verschillende mogelijkheden voor toepassing van (producten uit) baggerspecie in stortplaatsen uiteengezet.

Steunlaag
Een steunlaag wordt aangebracht om de top van een stort te egaliseren en moet zo dik zijn dat geen scherpe voorwerpen meer door de zandlaag dringen die later de afdichtingslaag zouden kunnen beschadigen. De steunlaag bestaat over het algemeen uit een minimaal 30 centimeter dikke laag grond. Deze laag dient verder vooral als klankbodem bij de aanleg van de afdichtingslaag. Dat betekent dat deze laag voldoende stabiel moet zijn om als werkvloer te kunnen dienen. Ten slotte fungeert de steunlaag als aanvulling op de gasdrainage voor het afvoeren van stortgas naar gasonttrekkingspunten. Voor deze toepassing gelden in principe dezelfde eisen als voor zand in zandbed (eisen met betrekking tot korrelverdeling en gloeiverlies), zij het dat in bestekken ook meer leemhoudende grondsoorten worden voorgeschreven.
Zand uit baggerspecie is geschikt voor toepassing in steunlagen. De milieuhygiënische kwaliteit moet voldoen aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden van het Besluit bodemkwaliteit.

Minerale afdichtingslaag
Een granulaire afdichtingslaag is een afdichtingslaag vervaardigd uit een granulair materiaal (meestal zand) en bentoniet, eventueel in combinatie met een polymeergel. Daarnaast is ook tertiaire klei toegepast. Bentoniet is een natuurlijke klei die voor een belangrijk deel bestaat uit het kleimineraal montmorilloniet en die bij bevochtiging sterk zwelt. De belangrijkste eigenschap van een afdichtingslaag is de zeer slechte waterdoorlatendheid.
Afdichtingslagen worden gebruikt op plaatsen waar geen water mag infiltreren in de bodem. Dit kunnen bovenafdichtingen zijn op stortplaatsen, onderafdichtingen op stortplaatsen en vloeistofdichte vloeren.

Onderafdichting stortplaatsen
De functie van de onderafdichting is het tegengaan van immissie van percolaat in de bodem. Deze functie is vooral tijdelijk, omdat er na het aanbrengen van de dichte eindafwerking geen hemelwater meer in het stortlichaam kan dringen en de stort dus op den duur uitdroogt.

Bovenafdichting stortplaatsen
De bovenafdichting wordt pas (gefaseerd) aangebracht wanneer (een deel van) de stort wordt gesloten. Op de steunlaag wordt de combinatie-afdichting aangebracht, bestaande uit een minerale afdichtinglaag en kunststof folie. Met een drainagelaag en een leeflaag is de stort ‘ingepakt’ (zie onderstaande figuur).

Zand uit baggerspecie is geschikt voor toepassing in afdichtingslagen. Aan het zand worden eisen gesteld met betrekking tot de korrelverdeling, de samenstelling, het vochtgehalte, het geleidingsvermogen, de zuurgraad, de hoeveelheid organisch materiaal en het gehalte aan calciumcarbonaat. Zand is toepasbaar in de bouwstof die wordt gebruikt voor een afdichtingslaag als de kwaliteit voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden van het Besluit bodemkwaliteit. In de onderafdichting wordt in principe alleen schone grond gebruikt, omdat de immissie van verontreinigingen in de bodem het gevolg is van de emissie van het zand en de aanwezigheid van verontreinigingen in het percolaat.


Drainagelaag
Een drainagelaag op de bovenafdichting heeft tot doel het hemelwater af te voeren, opdat de hydraulische belasting van de afdichtingslaag beperkt blijft. De drainagelaag op de onderafdichting heeft als functie de afvoer van percolaat. Gezien deze specifieke toepassing is in de eindafwerking alleen zand dat voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden of schone grond geschikt voor de toepassing als draineerzand. Voor de drainagelaag op de onderafdichting kan eventueel ook zand worden gebruikt dat voldoet aan de eisen voor een IBC-bouwstof gebruikt worden, aangezien het af te voeren percolaat van zichzelf al verontreinigd is. Alleen het relatief grove zand is geschikt voor de toepassing als draineerzand. De vrijkomende hoeveelheden geschikt zand uit baggerspecie zijn echter klein.

Afdeklaag
Een afdekking is een laag ter bescherming van onderliggende materialen tegen beschadigingen door erosie, flora, fauna en dergelijke. Verder dient de afdeklaag als standplaats voor de vegetatie en vervolgbestemming/herinrichting.

Met name zand uit baggerspecie kan worden toegepast in de afdeklaag op stortplaatsen. Het leemgehalte is echter minder bepalend in vergelijking met toepassing in bijvoorbeeld een zandbed. Er worden verder eisen gesteld aan de waterdoorlatendheid, het lutumgehalte, de zuurgraad, het gehalte aan calciumcarbonaat en het geleidingsvermogen.
Voor deze toepassing is schone grond of grond of baggerspecie geschikt met een kwaliteit die voldoet aan de functie en passen bij de daadwerkelijke kwaliteit van de omliggende bodem. Met name als de voormalige stortlocatie voor recreatieve doeleinden wordt ingericht, zal over het algemeen de voorkeur worden gegeven aan schone grond.

Een interessante toepassing is de afdekking van stortplaatsen met (tot een bepaald niveau) verontreinigde specie, waarbij extensieve landfarming (met beplanting) wordt toegepast. Diverse proefprojecten naar deze vormen van ‘gebiedsgerichte toepassing’ zijn of worden uitgevoerd.