Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bestemmen van grond en baggerspecie en producten, Toepassing van baggerspecie in grootschalige toepassing

Binnen het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) bestaat de mogelijkheid om grond en baggerspecie nuttig toe te passen in een grootschalige toepassing. Dit kan zijn een toepassing op landbodem of in oppervlaktewater. Voor algemene informatie over de regelgeving ten aanzien van de toepassing van grond en baggerspecie, zie [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)]. Van grootschalige toepassing is sprake indien voldaan wordt aan criteria ten aanzien van het volume en de toepassingshoogte en de soort nuttige toepassingen. Een grootschalige toepassing moet blijvend worden beheerd door een aanwijsbare beheerder die de geregistreerde toepassing in stand houdt.

Eisen aan volume en toepassingshoogte
Er is sprake van een grootschalige toepassing bij een minimaal volume van 5.000 m3 en minimale toepassingshoogte van 2 meter. Voor wegen en spoorwegen waarop een laag bouwstoffen is toegepast, geldt een minimale toepassingshoogte van 0,5 meter. Taluds die onderdeel zijn van een grootschalige toepassing mogen met dezelfde kwaliteit worden toegepast als de kern van de grootschalige toepassing, mits op de taluds een leeflaag wordt aangebracht. Een grootschalige toepassing moet worden afgedekt met een leeflaag van tenminste 0,5 m.

Soorten grootschalige toepassingen
Op grond van artikel 63 van het Besluit bodemkwaliteit mogen alleen de volgende nuttige toepassingen van baggerspecie onder de noemer van grootschalige toepassing worden toegepast:

  • in bouw- en wegconstructies, waaronder wegen, spoorwegen en geluidswallen;
  • voor het afdekken van saneringslocaties of stortplaatsen, met het oog op het voorkomen van nadelige gevolgen voor de omgeving;
  • in ophogingen in waterbouwkundige constructies en voor het verontdiepen en dempen van oppervlaktewater, met het oog op de hoogwaterbescherming, de doelstellingen van de Kaderrichtlijn water, bevordering van natuurwaarden en de vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart;
  • in aanvullingen, waaronder de herinrichting en stabilisering van voormalige winplaatsen voor delfstoffen.

Voor overige toepassingen, zoals ophogingen van industrieterreinen en woningbouwlocaties, verspreiding of tijdelijke opslag van baggerspecie, kan geen gebruik worden gemaakt van het toetsingskader voor grootschalige toepassingen.
Nota bene. In de herziening van het Bbk die in 2017 wordt verwacht, komt de optie als genoemd in art. 35, onder c, zijnde een duurzame afdeklaag, zoals leeflagen of bovenafdichtingen van saneringslocaties en stortinrichtingen te vervallen. Dergelijke leeflagen en bovenafdichtingen zijn echter volgens wettelijke voorschriften veelal 0,5 tot 1,5 m dik en niet genoemd onder de uitzonderingen van art. 35, lid 5. Dit wekt onterecht de suggestie dat dergelijke duurzame afdeklagen in de uitvoeringspraktijk onder de toepassingsregels van grootschalige toepassing kunnen worden gerealiseerd.

Normstelling
Ter beperking van het risico van emissie naar het grondwater richt de generieke normstelling voor grond en baggerspecie zich op de emissie van stoffen uit de grootschalige toepassing. Hiervoor zijn Emissiewaarden opgesteld die een maat zijn voor de maximaal toelaatbare emissie. Naast deze Maximale Emissiewaarden voor de uitloging zijn er voor metalen Emissietoetswaarden vastgesteld in de vorm van bodemconcentraties (eenheid mg/kg d.s.). De Emissiewaarden gelden niet voor het toepassen van baggerspecie in een grootschalige toepassing die zich onder water bevindt en is gelegen binnen het beheergebied van de waterkwaliteitsbeheerder waarvan de baggerspecie afkomstig is. Er is dan sprake van stand-still. Daarnaast geldt de eis dat een partij grond de Maximale Waarden voor de klasse Industrie en een partij baggerspecie de Interventiewaarde voor waterbodems niet mag overschrijden.

Een grootschalige toepassing moet worden afgedekt met een leeflaag van tenminste 0,5 m. De kwaliteit van de leeflaag moet voldoen aan de (Lokale) Maximale Waarden die gelden voor het gebied waarin de toepassing gelegen is. Hiermee wordt voldaan aan het ter plaatse geldende generieke of gebiedsspecifieke toetsingskader voor het toepassen van grond of baggerspecie. De leeflaag kan ook bestaan uit een laag bouwstoffen (bijvoorbeeld klinkers of asfalt bij de aanleg van een weg). In dat geval moet de kwaliteit van de bouwstoffen voldoen aan de samenstellings- en emissiewaarden voor bouwstoffen. Bij grootschalige toepassingen in oppervlaktewater moet de kwaliteit van de leeflaag aansluiten bij de kwaliteit van de baggerspecie in de overige delen van het oppervlaktewater.

Voor bermen en taluds bij rijkswegen, provinciale wegen en spoorwegen geldt dat de kwaliteit van toe te passen grond en baggerspecie alleen hoeft te worden getoetst aan de Maximale Waarden voor de klasse Industrie. Een nadere toelichting op de milieuhygiënische indeling van grond en baggerspecie is te vinden bij [Grondstromen: verschillende milieuhygiënische indelingen, categorieën].

Toepassing melden
De (grootschalige) toepassing moet altijd worden gemeld via het externe linkMeldpunt bodemkwaliteit. Bij (grootschalige) toepassingen die in zijn geheel uit grond of baggerspecie bestaan welke voldoet aan de achtergrondwaarden (AW2000) behoeft alleen de toepassing (het project) te worden gemeld. Het melden van individuele partijen is in dat geval niet noodzakelijk.

Nadere informatie
In de externe linkHandreiking Besluit bodemkwaliteit is meer informatie te vinden over de mogelijkheden voor het toepassen van grond en baggerspecie in grootschalige toepassingen en de onderbouwing van de normstelling.

De externe linkHandreiking voor het herinrichten van diepe plassen gaat in op de vraag hoe we in Nederland, in aanvulling op de regels van het Besluit bodemkwaliteit, zorgvuldig met baggerspecie om kunnen gaan bij het herinrichten van plassen. De uitvoering van de herinrichting moet uitgevoerd worden met de ‘best beschikbare technieken’, zie daarvoor [Technieken voor aanbrengen grond en baggerspecie in diepe plassen]. Feitelijk is het toepassing in het kader van de herinrichting van diepe plassen geen grootschalige toepassing in de zin van artikel 63 Bbk (meer); het vormt een opzichzelfstaand toetsingskader. De Handreiking schrijft een breder pallet aan normen voor dan bij een ‘gewone’ grootschalige toepassing. Verwezen wordt naar [Bestemmen van grond en baggerspecie en producten, Toepassing van baggerspecie in diepe plassen].