Productblad: zand uit baggerspecie voor toepassing als fijn toeslagmateriaal in beton en asfalt
Technische eigenschappen
Korrelverdeling (‘grof zand’: fractie 0/2; voor de korrelverdeling van andere handelsmaten zie NEN 5905)
zeefrest op zeef (% V/ V) |
maximaal |
minimaal |
C4 2 mm 500 µm 125 µm |
0 15 70 100 |
- 0 10 85 |
Overige technische eigenschappen
eigenschap |
eenheid |
eis |
gehalte aan sterk zwellende kleimineralen waarboven aanvullend onderzoek moet worden verricht |
% m/m |
0,3 |
gehalte aan beton met een volumieke massa van de droge korrels van Š 2100 kg/m3 |
% m/m |
> 50 |
gehalte aan met de hand te verpulveren bestanddelen |
% m/m |
≤ 0,5 |
fijne stoffen van organische oorsprong |
- |
geen verkleuring t.o.v. standaardplaatje A* |
gehalte aan licht materiaal |
% V/V |
≤ 0,1 |
gehalte aan niet steenachtige materialen |
% V/V |
≤ 1,0 |
schelpgehalte, anders dan kalksteen, bepaald als het gehalte aan carbonaten |
% m/m |
≤ 10,0 |
* indien het materiaal hieraan niet voldoet, moet de aanwezigheid van fulvozuren onderzocht worden. Er mag dan geen verkleuring plaatsvinden t.o.v. het standaardplaatje B
Chemische eigenschappen
eigenschap |
eenheid |
eis |
in zuur oplosbare sulfaten (berekend als SO3) |
% (m/m) |
≥ 1,0 |
gehalte aan sulfiden |
% m/m S |
≥ 1,0 |
vlekkenindex |
- |
≤ 20 |
tijdstip binding van cementpasta vervaardigd met extract toeslagmateriaal |
% (m/m) |
≤ 25 t.o.v. referentie |
Milieuhygiënisch
Bij het toepassen van bouwstoffen in een werk op landbodem of in oppervlaktewater moet de kwaliteit voldoen aan de eisen die daarvoor gelden in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. De kwaliteit mag niet de maximale samenstellings- en emissiewaarden uit bijlage A van de Regeling bodemkwaliteit overschrijden.
De kwaliteit van de bouwstoffen moet op grond van artikel 28 lid 1 van het Besluit bodemkwaliteit blijken uit een milieuhygiënische verklaring. In de paragrafen 3.4-3.6 van de Regeling bodemkwaliteit is vermeld welke typen milieuhygiënische verklaringen kunnen worden gebruikt.