Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Ketens en afweging verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Kosten van verwerkingstechnieken voor baggerspecie

De kosten voor het verwerken van baggerspecie zijn veelal afhankelijk van de hoeveelheid droge stof in de specie en variëren daardoor per specietype (slibrijk, matig zandig, zandrijk).

Voor technieken die de totale specie verwerken (storten, gebiedsgerichte toepassing, rijpen, landfarming, thermische desorptie en de twee scheidingstechnieken), zijn de kosten per m3 situ specie voor drie verschillende specie typen berekend. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • zandrijke specie (80% van ds > 63µm: 1,17 ton droge stof per m3);
  • matig zandige specie (50% van ds > 63µm: 0,85 ton droge stof per m3);
  • slibrijke specie (30% van de ds >63µm: 0,53 ton droge stof per m3).

De eigenschappen van de drie verschillende species zijn in meer detail gegeven in onderstaande tabel.

Fysische eigenschappen slibrijke, matig zandige en zandrijke specie

 

% > 63µm

% org. stof

% droge stof

situ dichtheid

ton droge stof per m3

ton fijne fractie per m3

 

van droge stof (massafractie)

van droge stof (massafractie)

van situ specie (massafractie)

ton/m3 situ specie

t.d.s./m3 situ specie

t.d.s./m3 situ specie

Slibrijk

< 40% zand

20%

> 10%

41

1.30

0.53

0.42

Matig zandig

40-60% zand

50%

5-10%

56

1.51

0.85

0.43

Zandrijk

> 60% zand

80%

< 5%

68

1.71

1.17

0.23


De kosten voor landfarming en bioreactoren worden vooral bepaald door de verblijfstijd die nodig is voor het behalen van een Bbk-kwaliteit. Deze hangt op haar beurt weer af van de beschikbaarheid van die verontreinigende stoffen voor biologische afbraak. De kosten liggen tussen € 20 en € 28 per ton droge stof baggerspecie. De invloed van het slibgehalte op de kosten per m3 ligt binnen deze marge, daarom is voor deze techniek voor alle drie de specietypen dezelfde schatting van de kosten per m3 gegeven.

Een aantal technieken wordt niet ingezet voor het totale scala aan specietypen. Zo is het niet nodig om zandrijke specie langdurig te laten rijpen, de natuurlijke ontwatering neemt slechts een paar weken tot hooguit twee maanden in beslag. Fractiescheiding als hoofdbehandeling wordt alleen uitgevoerd als er voldoende zand in de baggerspecie aanwezig is. Slibrijke specie zal alleen verwerkt worden met een scheidingstechniek als vervolgens de fijne fractie verder verwerkt wordt, door een procesmatige techniek.

Voor de schatting van de kosten van thermische of immobilisatietechnieken, is uitgegaan dat het materiaal vóór de behandeling al ontwaterd is tot circa 50% ds.

Bij de bepaling van de kosten moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de kostprijs (wat zijn de daadwerkelijke kosten die gemaakt moeten worden om een hoeveelheid specie met die techniek te verwerken), en tarieven. Tarieven zijn afhankelijk van marktontwikkelingen, winstoogmerk van het bedrijf dat de techniek uitvoert, etc. In onderstaande tabel zijn voor de verschillende verwerkingstechnieken de kostprijzen weergegeven, het bedrag voor storten is echter ontleend aan de tarieven die hiervoor momenteel gehanteerd worden.

Een overzicht van de kosten op techniekniveau is gegeven in onderstaande tabel. Waar mogelijk, zijn de kosten gegeven in marges; indien slechts 1 cijfer is gegeven, ontbrak de informatie om deze marges te kwantificeren. Voor technieken die ingezet worden op de fijne fractie van baggerspecie na zandafscheiding worden de kosten gegeven per ton droge stof fijne fractie. In hoofdstuk 4 worden deze kosten verrekend naar kosten voor ketens, per m3 in situ specie. Voor die berekening worden gemiddelde waarden gebruikt als invoergegevens. De kosten zijn exclusief de kosten voor baggeren, transport, afzet product en de mogelijke baten voor de producten. Verwerken impliceert in veel gevallen ook extra transport (de specie gaat niet alleen van de baggerlocatie naar de stort, maar via de verwerker naar een afnemer van het product).

Thermische immobilisatie levert het meest hoogwaardige bouwmateriaal; kunstgrind kan bijvoorbeeld ca. € 14 per ton opleveren. Dergelijke extra kosten en mogelijke baten zijn in onderstaand overzicht echter niet meegenomen.

Kosten op techniekniveau

Technieken

Kosten

in €/t.d.s.

Kosten in €/m3

 

 

Zandrijke specie

Matig zandige specie

Slibrijke specie

Storten

-

7-11

7-11

7-11

Storten ontwaterde fijne fractie

16

-

-

-

Gebiedsgerichte toepassing

-

5

5

5

Rijpen/natuurlijke ontwatering

-

5

9

11

Landfarming (folie + drain)

 

17-24

17-24

17-24

Thermische desorptie

 

53

39

24

Bioreactoren

30-37

-

-

-

Solventextractie

45-57

-

-

-

Natte oxidatie

75

-

-

-

Koude immobilisatie

23-68

27

40

-

Thermische immobilisatie

116

-

-

-

Sedimentatiebekken

 

5-9

5-9

-

Hydrocyclonage + ontwateren fijne fractie (tot ca. 50% ds)

 

19

19

15