Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Ketens en afweging verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Milieu-effecten van verwerkingsketens voor baggerspecie

Milieueffecten van verwerking van baggerspecie kunnen worden opgesplitst in positieve en negatieve effecten.

Positieve aspecten van verwerken zijn:

  • Een deel van het materiaal kan worden toegepast, waardoor:
    • Bespaard wordt op depotruimte, en
    • Het gebruik van primaire grondstoffen wordt teruggedrongen.
  • De beschikbaarheid of aanwezigheid verontreinigingen wordt gereduceerd, waardoor:
    • Reductie op de risico’s voor mens en ecosysteem bereikt wordt.

Negatieve aspecten van verwerken kunnen zijn:

  • (Tijdelijk) ruimtebeslag;
  • Energieverbruik;
  • Grondstoffenverbruik;
  • Emissies;
  • Hinder (geluid, stank, veiligheid);
  • Productie afvalstoffen .

Tabel: Kwantificering positieve milieuaspecten van verschillende technieken

Technieken

Hoeveelheid toepasbaar materiaal

(% van de input droge stof)

Reinigingsrendement:

Reductie gehalte/beschikbaarheid

 

 

organische contaminanten

anorganische contaminanten

Gebiedsgerichte toepassing

100

0

0

Rijpen

100

0

0

Landfarming

100

50 – 85%

0

Thermische desorptie

100 (- % o.s.)

>99.9%

0 (alleen evt.Hg)

Bioreactoren

100

50 – 85%

0

Solventextractie

100

>90%

0

Natte oxidatie

100 (-deel % o.s.)

70->99%

0

Thermische immobilisatie*

100 (-% o.s.)

verwijdering: 100%

verwijdering: 0-20%

immobilisatie: 99%*

Koude immobilisatie

100

verwijdering: 0%

immobilisatie:50- 95%

verwijdering 0%

immobilisatie:50- 95%

Sedimentatiebekken

afh. van zandgehalte

0

0

Hydrocyclonage

afh. van zandgehalte

0

0

Bij sommige technieken ontstaan andere afvalstromen, zoals bij thermische verwerking bij de rookgasreiniging. Deze afvalstromen, die ook gestort moeten worden, worden bij de negatieve milieuaspecten in beschouwing genomen.

* Bij de immobilisatietechnieken wordt de milieuwinst geboekt doordat de verontreinigende stoffen worden vastgelegd. Deze technieken moet dus ook veeleer op hun immobilisatierendement beoordeeld worden. Bij de thermische immobilisatie is het rendement voor de verwijdering van organische contaminanten 100%. De anorganische verontreinigende stoffen (m.n. zware metalen) zullen echter grotendeels worden vastgelegd in het immobilisaat. Omdat ze daarmee niet (nauwelijks) meer beschikbaar zijn voor uitloging, is het rendement hiervoor op 99% gezet. Bij koude immobilisatie worden geen stoffen verwijderd. De immobilisatiegraad is stof- en specieafhankelijk. De scheidingstechnieken dragen als zelfstandige techniek niet bij aan een reductie van het gehalte of de beschikbaarheid van de verontreinigende stoffen.

Alle verwerkingstechnieken uit dit overzicht worden ingezet om zo veel mogelijk toepasbaar materiaal te verkrijgen, en scoren dus op dit punt ook goed. Voor technieken die gericht zijn op alleen de fijne fracties na zandafscheiding, betreft dit overigens alléén deze fractie.
Het reinigingsrendement en, daarmee samenhangend, de toepassingsmogelijkheden van het materiaal na behandeling, is meer onderscheidend. De meeste technieken leveren na behandeling grond met een kwaliteit die voldoet aan de Maximale Waarden van het Besluit bodemkwaliteit.Bij fractiescheiding wordt in principe alleen het zand tot toepasbaar materiaal verwerkt (afhankelijk van het zandgehalte 20 tot 80% van de droge stof). Er wordt géén milieuwinst geboekt ten aanzien van reductie van het gehalte of de beschikbaarheid van verontreinigende stoffen. Deze worden immers geconcentreerd in de fijne fractie. Wanneer de fijne fractie vervolgens wordt behandeld (ketens) kan een hoge milieuwinst bereikt worden.

Tabel: Vergelijking milieugebruik van verschillende technieken

Technieken

Ruimte-

beslag*

Energiever- bruik

(MJ/ t.d.s.)**

Grondstof- verbruik

(kg/ t.d.s.)

Emissies

Hinder

Productie

afvalstoffen***

Gebiedsgerichte toepassing

-

-

-

-

geur

-

Rijpen

+++

+

-

+

geur

-

Landfarming

+++

+

-

+

geur

-

Thermische desorptie

+

+++

+

+++

geur, geluid

+

Bioreactoren

+

++

-

++

geur, geluid

-

Solventextractie

+

+++

+

+++

geur, geluid

-

Natte oxidatie

+

+++

++

+++

geur, geluid

-

Thermische immobilisatie

+

++++

++

++++

geur, geluid

+

Koude immobilisatie

+

++

+++

+

geur, geluid

-

Sedimentatiebekken

+

+

-

+

geur, geluid

(++)****

Hydrocyclonage

+

+

-

+

geur, geluid

(++)

* -: geen; + weinig ( tijdelijke opslag als buffer voor verwerking); ++ groot ruimtebeslag, gedurende één tot enkele maanden; +++: groot ruimtebeslag gedurende langere tijd (meerdere jaren)
** verbruik of emissies oplopend van nihil (-) tot heel hoog (++++).
*** geen afvalproductie; +: hooguit paar % van invoer (d.s.); ++: meer dan een paar % van de invoer;
**** alleen indien de fijne fractie niet verder verwerkt wordt maar gestort.


Rijpen en landfarming hebben als grootste negatief milieuaspect het grote ruimtebeslag. Bij het sedimentatiebekken kan het ruimtebeslag ook erg groot zijn, indien de fijne fractie niet rechtstreeks (nat) gestort wordt.

Thermische immobilisatie is een techniek die in dit kader vooral opvalt door het hoge energieverbruik. Ook de chemische reinigingstechnieken verbruiken behoorlijk veel energie, zij het altijd toch een factor twee minder dan thermische immobilisatie. Al deze technieken leiden tot hoge emissies, vooral richting atmosfeer en oppervlaktewater. Echter, door goede rookgasreiniging en zuivering van het afvalwater is een werkelijke milieubelasting met verontreinigende stoffen goed te voorkomen.

Sedimentatiebekken en hydrocyclonage hebben weinig negatieve aspecten, indien de fijne fractie na scheiding verder verwerkt kan worden. Indien de fijne fractie (na ontwatering) alsnog gestort wordt, scoren deze technieken erg slecht op de productie van afvalstromen. Door omrekening van de milieueffecten naar integrale ketens, worden dergelijke effecten inzichtelijker.