Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Ketens en afweging verwerkingstechnieken voor baggerspecie, Verwerkingsketens voor baggerspecie: afweging en discussie

Hieronder wordt ingegaan op de afweging en selectie van mogelijke verwerkingsketens voor baggerspecie en wordt de afweging in het juiste perspectief geplaatst.

Afweging
De selectie voor een bepaalde verwerkingsketen voor baggerspecie wordt bepaald door de afweging van de kosten, de (positieve en negatieve) milieueffecten en de onzekerheden.

Hieronder wordt kort een fictief voorbeeld uitgewerkt; een uitgebreide beschrijving van een dergelijk afwegingsproces is gegeven in [AKWA-rapport pPEH-R-97025d: Selectie Behandelingsketens Sanering Petroleumhaven Amsterdam].

Gegeven een matig zandige specie, die verontreinigd is met een cocktail aan verontreinigende stoffen (zowel zware metalen als organische verontreinigende stoffen).
Bij een selectie op grond van technische uitvoerbaarheid blijven waarschijnlijk de volgende ketens over:

  • alles storten;
  • zandafscheiden door middel van hydrocyclonage, gevolgd door storten van de fijne fractie;
  • zandafscheiden door middel van hydrocyclonage, gevolgd door thermische immobilisatie (sinteren) van de fijne fractie.

Scheiden door middel van sedimentatiebekken is mogelijk ook nog een optie voor de behandeling van deze specie, maar die is voor de helderheid hier niet meegenomen.

Overzicht wegingsaspecten bij vergelijking van drie relevante ketens voor de verwerking van matig zandige specie die verontreinigd is met een cocktail van stoffen.

Ketens

Alles storten

Hydrocyclonage, toepassen zandfractie, storten fijne fractie

Hydrocyclonage, toepassen zandfractie, sinteren fijne fractie

Wegingsaspecten

Positieve aspecten 

fractie toepasbaar (%)

0
50
100

reinigings-/immobilisatierendement (%)

0
0
100

Negatieve aspecten 

milieugebruik; energie (MJ/m3)

0
46
1746

milieugebruik; ruimte (m2.dag/m3)

permanent
permanent
Tijdelijk, 81

kosten (€ /m3)

9
25
68


De score per aspect is als volgt gewaardeerd:

 

beste score

 

mindere score

 

slechtste score


Vergelijking van de kosten en de negatieve milieueffecten, versus de positieve milieueffecten (productie toepasbaar materiaal en reductie van de vracht of beschikbaarheid aan verontreinigingen), levert een te verwachten beeld op. Hoe groter de investering (in kosten of milieugebruik), hoe groter het resultaat is.

Alles storten vergt weinig investeringen, maar levert geen toepasbaar materiaal op, en zal een permanent ruimtegebruik veroorzaken. Door eerst het zand af te scheiden, worden de investeringen (kosten en energie) iets hoger, het – permanente – ruimtegebruik wordt kleiner dan wanneer de specie ongescheiden gestort wordt, en een deel van de specie, de zandfractie, kan toegepast worden. Door de fijne fractie verder te behandelen, in dit geval door sintering, stijgen weliswaar het energieverbruik en de kosten van de verwerking sterk, maar deze keten legt slechts tijdelijk een beperkt beslag op de ruimte, en (vrijwel) alle specie wordt omgezet in toepasbare producten.

Bij de uiteindelijke afweging zal een keuze gemaakt moeten worden tussen een investering in ruimte, of een investering in energie en kosten, waarbij in het laatste geval als positief aspect meeweegt dat (vrijwel) alle specie wordt omgezet in een toepasbaar product.

Behalve het gewicht dat aan ruimtebeslag en energieverbruik gegeven wordt, zijn lokale omstandigheden bepalend voor de hoogte van de kosten en het milieugebruik. Dit betreft bijvoorbeeld de afstand tot de dichtstbijzijnde stortplaats/verwerkingsinstallatie en tot de afzet van de producten. Ook kunnen van locatie tot locatie de grondprijzen verschillen. Ook het tijdig verkrijgen van de vereiste vergunningen is locatiespecifiek. Tot slot spelen ook de maatschappelijke aspecten een rol in de afweging.


Discussie
De keuze tussen behandelingsketens voor een bepaald type baggerspecie wordt primair beïnvloed door de karakteristieken van de baggerspecie zelf. Zowel de aard en de mate van de verontreiniging, als de korrelgrootteverdeling en het drogestofgehalte van de specie bepalen of een bepaalde techniek of keten effectief kan worden ingezet. De eigenschappen van de specie zijn ook van invloed op de hoogte van de kosten en het milieugebruik.

De kosten en het milieugebruik zoals ze ook hierboven zijn weergegeven, geven een indicatie in marges. De kosten kunnen in de loop der tijd door marktwerking en tariefvorming verlagen. Ten aanzien van de milieueffecten wordt opgemerkt dat deze gekwantificeerd zijn in een beperkt aantal proefnemingen, die soms niet op praktijkschaal en soms slechts voor een beperkt aantal specietypen zijn uitgevoerd. Dit houdt in dat het milieugebruik zeker indicatief is.

Een groot deel van de selectie kan geschieden op basis van relatief eenduidig te kwantificeren aspecten, zoals technische aspecten, toepassingsgebied van een bepaalde techniek, milieurendement en kosten. Hierdoor kan op zeer objectieve wijze al een groot deel van de mogelijke behandelingsketens geschrapt worden.

De uiteindelijke selectie blijft echter een meer subjectieve aangelegenheid. Hierbij spelen locatiespecifieke omstandigheden (afstand tot depots/verwerkingsinstallaties, vergunningen, beschikbare ruimte, etc.) een rol en dient het belang van kosten versus milieuaspecten te worden vastgesteld. Ook het gewicht van de diverse milieuaspecten dient vastgesteld te worden. Tot slot spelen ook de maatschappelijke acceptatie, bestemmingsplannen en vergunningen een rol.

In dit onderdeel is aangegeven welke aspecten bij de afweging tussen verwerkingsketens een rol spelen, en wat de invloed is van het combineren van de technieken tot ketens op deze aspecten. Benadrukt moet worden, dat dit in dit onderdeel gedaan is voor modelmatige species, en dat voor een praktijksituatie de verschillende aspecten voor die specifieke situatie apart gekwantificeerd moeten worden.