Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

I1 Keuze saneringstechnieken voor landbodems

Toelichting beslisondersteunende systemen saneringsvarianten

Saneringsvarianten zijn combinaties van saneringstechnieken waarmee de saneringsdoelstelling bereikt kan worden. Bij het samenstellen van saneringsvarianten die vanuit de belangen van de initiatiefnemer als ‘logisch’ kunnen worden aangemerkt en de moeite waard worden bevonden om voor een nadere beschouwing verder uit te werken, moet een aantal spelregels in acht worden genomen.

Zo zal eerst moeten worden vastgesteld of sprake is van een situatie waarbij de verontreinigende stoffen vóór of na 1987 in de bodem zijn gekomen. Voor de eerste situatie, de zogenaamde ‘historische gevallen van bodemverontreiniging’ heeft een koerswijziging in het beleid plaatsgevonden, waarbij de saneringsdoelstelling van ‘multifunctioneel, tenzij’ is verschoven in de richting van ‘functiegericht en kosteneffectief’. Voor de laatste situatie, de zogenoemde ‘nieuwe gevallen van bodemverontreiniging’, zal het gedachtegoed van het brongerichte denken, zoals het tegengaan van technisch/economisch onnodige emissies en milieubelasting, de basis vormen voor verdere beleidsontwikkelingen voor de te nemen maatregelen. Vooralsnog wordt voor deze gevallen uitgegaan van het zorgplichtbeginsel in de Wm/Wbb.

De koerswijziging voor historische gevallen van bodemverontreiniging, vastgelegd in het Kabinetsstandpunt van 1997, heeft vorm gekregen in het project Afwegingsproces saneringsdoelstelling waarvan de resultaten zijn neergelegd in het rapport Van trechter naar zeef . Voor het functiegericht en kosteneffectief saneren van historische gevallen gelden enkele strategische doelstellingen als uitgangspunt, zodat bij het samenstellen van varianten in de voorfase van het saneringsonderzoek ook getoetst moet worden of aan deze uitgangspunten wordt voldaan. Daarnaast zijn drie routes in Van trechter naar zeef aangegeven, waarlangs het afwegingsproces van de in aanmerking komende varianten kan verlopen. Een van deze routes betreft de standaardaanpak of standaardbenadering van gevallen.

Beleidsmatig bestaat er een voorkeur om zo veel mogelijk gevallen via de standaardaanpak te laten verlopen, zodat het bij het samenstellen van de varianten in de voorfase van het saneringsonderzoek goed is om te toetsen of de geselecteerde varianten binnen dit spoor vallen en of een van de andere sporen gewenst dan wel noodzakelijk is.

Dit deel van de Richtlijn moet voor het beschikkingverlenend bevoegde gezag een hulpmiddel zijn om te kunnen toetsen of de door de initiatiefnemer geselecteerde saneringsvarianten of de voorgestelde oplossingsrichting voor een nadere uitwerking en afweging ‘logisch’ zijn en niet strijdig met de beleidsuitgangspunten, zowel voor historische gevallen van bodemverontreiniging als voor de nieuwe gevallen.

Daarnaast beoogt dit deel van de Richtlijn de initiatiefnemer van saneringen en zijn adviseur te ondersteunen bij de preselectie van saneringsvarianten en de keuze van saneringstechnieken waaruit deze varianten kunnen worden opgebouwd. Vanuit de belangen van de initiatiefnemer spelen hierbij ook andere dan uitsluitend beleidsmatige overwegingen een rol. Het gaat om een eerste selectie van varianten en daarbij behorende technieken die als doelmatig kunnen worden aangemerkt vanuit een mix van belangen en waarvoor een nadere uitwerking voor een nadere afweging als wenselijk wordt gezien.

Dit deel van de Richtlijn biedt een handreiking om het ontwerpproces snel en relatief eenvoudig te doorlopen en te toetsen. Het ondersteunt bij de keuze van toepasbare varianten en dus technieken voor landbodems en methoden voor waterbodems. Tevens geeft het een beschrijving van de in de praktijk veel voorkomende afwegingsmethoden, die aanvullend kunnen worden gebruikt in het afwegingsproces na uitwerking van de geselecteerde varianten.

Er zijn twee verschillende benaderingen uitgewerkt om te komen tot een selectie van saneringstechnieken :

  1. Selectie varianten met een beslisondersteunend systeem op basis van beeldherkenning (karakteristieke locaties)
  2. Selectie potentieel toepasbare technieken vanuit saneringsperspectief en vervolgens samenstelling saneringsvarianten