Keuze saneringstechnieken landbodem - saneringsvarianten benzinestation
In de onderstaande tabel zijn de mogelijk toepasbare varianten voor de karakteristieke situatie benzinestation weergegeven die in een workshop door een expertpanel zijn gegenereerd. Bij een aantal varianten kan de effectiviteit worden verhoogd door aanvullende maatregelen en/of het inzetten van additionele technieken. Additionele technieken worden meestal ingezet om het rendement van de bronverwijdering en de drijflaagverwijdering te vergroten (in vracht, concentraties en/of in tijd). Daarnaast wordt bij de in situ varianten (varianten 3, 4 en 5) om dezelfde reden in het brongebied vaak een fijnmaziger net van onttrekkings- en infiltratie- of injectiemiddelen geïnstalleerd dan in de pluim. Dit maakt een intensievere aanpak van het brongebied mogelijk.
|
Mogelijk toepasbare varianten |
Aanvullende maatregelen en/of additionele technieken |
Ontgraven en grondwateronttrekking |
|
|
Bodemluchtextractie en grondwaterstandverlaging |
|
|
Bodemluchtextractie en persluchtinjectie |
|
|
In situ biorestauratie |
|
|
Natuurlijke afbraak |
bronaanpak in geval van de aanwezigheid van een kern |
|
Geohydrologische beheersing |
|
|
Civieltechnische beheersing |
|
|
Bioscherm of biologisch geactiveerde zone |
|
Bij gevallen waar sprake is van een significante natuurlijke afbraak kunnen de saneringsvarianten 1 tot en met 4 zich beperken tot de sanering van de bron (bronverwijdering). Voor de pluim kan dan volstaan worden met het monitoren van de natuurlijke afbraak. Op deze aanpak wordt verder ingegaan bij de natuurlijke afbraakvariant waarbij een bron als afwezig wordt verondersteld (variant 5). De varianten 6, 7 en 8 zijn mogelijk toepasbare varianten indien uit het programma van eisen blijkt dat andere varianten (technisch) niet mogelijk zijn.
De varianten 5 tot en met 8 hebben als doel de beheersing van het grondwater.