Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Keuze saneringstechnieken landbodem - saneringsvarianten voormalige stortplaats

Voor de aanpak van een stortplaats is in onderstaande tabel 1 een aantal praktisch toepasbare varianten gedefinieerd. In tabel 2 is aangegeven waarom een aantal andere varianten niet geschikt zijn. Onderscheid is gemaakt in de bovenafdekking, het percolatiewater dat uit het stortlichaam uittreedt, en de verontreinigingspluim. De uit te voeren variant is een combinatie van deze drie onderdelen.

Tabel 1

Toepasbare varianten voor een stortplaats

 

Onderdeel

Maatregel

Bovenafdichting

Leeflaag, waterdoorlatend

  • Op stortplaatsen is nagenoeg altijd een afdeklaag aangebracht. Afhankelijk van het gebruik moet deze afdeklaag worden aangevuld. Voor de uitdamping van stoffen zijn geen maatregelen nodig, omdat er in het open veld voldoende uitwisseling plaatsvindt.

 

Leeflaag, waterremmend

  • In situaties waar de stortplaats boven het grondwater ligt, wordt vaak een waterdichte bovenafdekking aangebracht. Hiermee wordt verdere uitspoeling naar het grondwater voorkomen.

Uittredend percolatiewater

Geohydrologische isolatie met ringsloten

  • Deze maatregel wordt in de praktijk veel toegepast.

 

Monitoring

  • Monitoring met duidelijk afgesproken signaalwaarden. Wanneer deze overschreden worden, overgaan op beheersmaatregelen.

Pluim

Monitoring

  • Monitoring met duidelijk afgesproken signaalwaarden. Wanneer deze worden overschreden, wordt overgaan op beheersmaatregelen.

Tabel 2

Technisch mogelijke, maar in de huidige praktijk weinig toegepaste varianten

 

Onderdeel

Omschrijving

Volledige verwijdering

Ontgraven

  • Wordt weinig toegepast. Alleen wanneer dit voor de inrichting noodzakelijk is, of wanneer hergebruik een optie is.

Bovenafdichting

Bovenafdekking waterdicht

  • In situaties waar het stort in het grondwater ligt, is het niet zinvol omdat het contact met het grondwater niet is weggenomen. Daarnaast is het niet zinvol omdat de meeste verspreiding naar het grondwater al heeft plaatsgevonden. Het milieu in de stort is gereduceerd, waardoor er weinig verspreiding meer plaatsvindt. Omdat methaanvorming wel plaatsvindt moeten bij een waterdichte afsluiting maatregelen tegen gasophoping genomen worden. Dit maakt deze maatregel duur.

Uittredend percolatiewater

Civieltechnische isolatie

  • In het verleden regelmatig toegepast.

 

Geohydrologische isolatie met deepwells

  • In het verleden regelmatig toegepast.

Pluim

Geohydrologische isolatie met deepwells

  • In het verleden enkele keren toegepast.

 

Bioscherm/biologisch actieve zone

  • Ontwikkeling voor de toekomst, nog niet toegepast. De cocktail van verontreinigende stoffen (zouten, organische stoffen en aromaten) maakt de aanpak complex.