Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

I3 Beschrijving afwegingsmethoden

De afgelopen jaren is vanuit het beleid invulling gegeven aan het nieuwe credo van het bodemsaneringsbeleid: “van -multifunctioneel, tenzij- naar -functiegericht en kosteneffectief-”. Uitgangspunt hierbij blijft een integrale aanpak van het gehele geval van bodemverontreiniging. De aanpak verschilt voor de bovengrond en de ondergrond. Bij de aanpak van de bovengrond maakt men onderscheid naar de bodemgebruikssvorm. Het voorkomen van contact met de verontreiniging staat centraal. Bij de aanpak van de ondergrond gaat het om het verwijderen van verontreinigende stoffen. Daarbij zijn de kosten medebepalend voor het te bereiken resultaat. Het eindresultaat moet leiden tot een zo beperkt mogelijke zorg voor restverontreiniging. Op ijkmomenten controleert de saneerder of het beoogde saneringsresultaat gehaald wordt (bron: Van trechter naar zeef, 1999).

De aanpak van mobiele verontreinigingen is doorgaans complexer dan de aanpak van immobiele verontreinigingen. Daarom is in 2001 het rapport "Doorstart A5" verschenen. Hierin is het proces van opstellen van varianten, afwegen en besluitvorming beschreven. Het primaire doel van de sanering blijft de volledige verwijdering van de verontreiniging, maar hier kan van worden afgeweken indien dit niet kosteneffectief is. Dan wordt het saneringsdoel het bereiken van een “stabiele eindsituatie”.

Nadat in een saneringsonderzoek een aantal varianten is geselecteerd die geschikt zijn om verder uit te werken, zullen in een volgende stap de uitgewerkte varianten met elkaar vergeleken moeten worden om tot de keuze van een voorkeursvariant te komen. Om een goede vergelijking te kunnen maken zal voor alle partijen duidelijk moeten zijn welke criteria van belang zijn bij de afweging en wat deze criteria inhouden. Hiertoe is -als aanvulling op ‘Doorstart A5’- in 2004 het praktijkdocument externe linkROSA verschenen. Hierin worden praktische hulpmiddelen (checklists, tabellen, praktijkvoorbeelden etc.) aangereikt voor het afwegingsproces van saneringsvarianten. Kern is dat de baten en de lasten van varianten met elkaar worden vergeleken. De baten en lasten omvatten een groot aantal aspecten (zie onderstaande tabel).

In overleg met het bevoegde gezag wordt per geval besloten welke aspecten in de afweging gebruikt moeten worden. In Rosa zijn alle aspecten gedefinieerd. In ROSA wordt overigens een andere definitie van stabiele eindsituatie gebruikt dan in Doorstart A5. Aanbevolen wordt voorafgaand aan het opstellen van het Saneringsonderzoek bij het bevoegd gezag na te gaan welke interpretatie geldt (verschilt per bevoegd gezag).

Vaste afwegingsaspecten conform ROSA (2004)

Baten

Lasten

Risicoreductie

Saneringskosten

Herstel gebruiksmogelijkheden

Saneringsduur en nazorg

Pluimgedrag

Faalrisico’s

Verwijderde vracht

Belasting overige milieucompartimenten

Afname aansprakelijkheid

 

Optionele afwegingsaspecten conform ROSA (2004)

Baten

Lasten

Verbetering imago

Aantasting natuurwaarden

Waardevermeerdering

Aantasting cultuurhistorische waarden

Overige baten

Aantasting archeologische/aardkundige waarden

 

Schade tijdens uitvoering

 

Overlast

 

Overige Lasten

De afweging van de aspecten kan op verschillende nivo’s plaatsvinden: kwalitatief (met plussen en minnen), kwantitatief (kuubs, euro’s etc) of met behulp van afwegingsmodellen. Voor eenvoudige verontreinigingssituaties kan vaak worden volstaan met het weergeven van de scores van de verschillende varianten in een tabel. Voor complexere saneringsonderzoeken zijn er methoden ontwikkeld, om de saneringsvarianten te kunnen selecteren en afwegen. De drie meest gebruikte methoden worden verder toegelicht.

In de praktijk is een aantal afwegingsmodellen ontwikkeld waarmee de criteria die bij de afweging een rol spelen, zijn te kwantificeren. Afwegingsmodellen ondersteunen het nemen van beslissingen. De modellen zijn normatief, oftewel met behulp van weegfactoren wordt bereikt dat verschillende aspecten, zoals verwijderde vracht en veroorzaakte luchtverontreiniging vergelijkbaar zijn. Het toekennen van gewichtsfactoren aan de verschillende hoofdcriteria is een taak van de beslissers. Hierbij spelen politieke en bestuurlijke argumenten ook een rol.

In de topics MRB, RMK en MKM worden drie afwegingsmethoden die op dit moment regelmatig worden toegepast kort beschreven. Voor iedere methode zijn in onderstaande tabel de belangrijkste kenmerken samengevat.

Om invulling te geven aan het aspect belasting van het milieu van de drie genoemde afwegingsmethoden kan een [CO2-rekenmodel] worden toegepast waarmee de duurzaamheid van een saneringsvariant kan worden gekwantificeerd door middel van het bepalen van de CO2-footprint (carbon footprint) van de saneringsstrategie.

 

RMK

MRB

MKM

Korte typering

Beoordeling varianten op Risicoreductie, Milieuverdienste en Kosten (RMK).

Beoordeling varianten op verwijderde vracht, vermindering risico’s en kosten.

Beoordeling varianten op Milieuhygienische aspecten, Kosten en Maatschappelijke aspecten (MKM).

Toepassingsgebied

  • Onwerpen van individuele saneringsvarianten;
  • Inzicht in R, M en K van de diverse varianten.
  • Onwerpen van individuele saneringsvarianten;
  • Inzicht in de verhouding type gebruik versus saneringskosten.
  • Inzicht in M, K en M van de diverse varianten.

Principe

Per variant word de score op de R, M en K bepaald. Voor eenvoudige gevallen kan dit met behulp van een checklist, voor complexe gevallen zijn hiervoor verschillende excell-bestanden.

Beoordeling welk bodemgebruik op de locatie reel is na sanering. Bepalen minimale saneringsinspanning voor deze gebruiksvormen (terugsaneerwaarden, kosten, vrachtverwijdering, risicoreductie). Daarna wordt beoordeeld welke kosten een extra inspanning op het gebied van vrachtverwijdering of kostenreductie met zich meebrengen.

Aan de M, K en M wordt een gewicht toegekent, aan de aspecten binnen de M, K en M ook. Per variant wordt op elk aspect een score bepaald Door per variant de gewichten te vermenigvuldigen met de scores komt men tot 1 waarderingsgetal per variant. Dit waarderingsgetal maakt vergelijking tussen de verschillende saneringsvarianten mogelijk.

Resultaten

De R, M en K weergegeven in afzonderlijke staafdiagrammen. Er is geen enkelvoudig eindoordeel te geven.

Per beoogd gebruik: inzicht in de minimale kosten per variant, inzicht in de meerkosten en -opbrengsten indien verdergaand wordt gesaneerd.

Eén waarderingsgetal per variant.