Nazorg en beheer bodemsanering, beheer van in situ maatregelen
Beheer in situ maatregelen: het op adequate wijze monitoren, evalueren, (bij)sturen en optimaliseren van de aangebrachte saneringssystemen, zodanig dat een regelmatige afstemming plaatsvindt tussen het gerealiseerde en voorspelde saneringsverloop, en de optimale condities worden verkregen voor het realiseren van de gewenste reductie van risico’s tijdens de beheerfase en het op termijn bereiken van de vooraf vastgestelde saneringsdoelstelling.
Er bestaan diverse mogelijkheden voor extensieve in situ saneringen (inclusief grondwatersaneringen) waarbij de saneringsdoelstelling niet op korte termijn bereikt wordt. De saneringsdoelstelling wordt dan bereikt binnen een periode van 3 tot maximaal 30 jaar. Deze gevallen behoeven binnen deze periode ook een adequaat beheer. De recente beleidsontwikkelingen (zie literatuurverwijzing A2) geven aan dat binnen deze periode een stabiele eindsituatie moet worden bereikt. Een invulling van dit begrip is te vinden in het ROSA-rapport (zie literatuurverwijzing A15). Wel wordt de voorkeur gegeven aan het zo veel mogelijk verwijderen van de bron en de pluim.
Ook de technologische ontwikkelingen, met name de vergroting van het toepassingsgebied van bestaande en ontwikkeling van nieuwe in situ technieken, leiden ertoe dat steeds vaker wordt gekozen voor een extensieve, kosteneffectieve verwijdering van de verontreinigende stoffen. Binnen deze extensieve saneringen is bovendien ook vaak sprake van een combinatie van saneringstechnieken die naast elkaar of na elkaar (sequentieel) worden ingezet. Hiermee ontstaat een (nieuwe) groep van locaties die voor een bepaalde periode zorg behoeven (om het saneringsverloop te bepalen, het effect van bronmaatregelen vast te stellen en de stationaliteit te controleren) en waarvoor beheerplannen zullen moeten worden opgesteld. Een regelmatige evaluatie van de effectiviteit van de uitgevoerde bronmaatregelen en de ingezette saneringstechnieken vormt hierbinnen een essentieel onderdeel. De hiervoor benodigde activiteiten worden in de Richtlijn Herstel en Beheer (water)bodemkwaliteit aangeduid als beheer in situ maatregelen.
Klik hier voor een voorbeeld van een gedifferentieerde aanpak met intensieve en extensieve maatregelen.