Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Nazorg en beheer bodemsanering, literatuurlijst

Algemeen
A1 Circulaire inwerkingtreding saneringsregeling wet bodembescherming. Tweede fase. VROM, Den Haag, 1994.
A2 Afwegingsproces saneringsdoelstelling, – Van Trechter naar Zeef II – BEVER, versie 16 juni 1999.
A3 Nadere onderzoeksrichtlijn ernst-, urgentie- en tijdstipbepaling, Sdu Uitgevers 1997, ISBN 90-12-08499-7.
A4 Kiezen voor isoleren is kiezen voor nazorg, IPO-werkgroep A46, augustus 1992.
A5 Hoofdstuk 6. Bodemsanering. In: Provinciale milieuverordening Overijssel 1995.
A6 Provincie Gelderland, nr. MW95.11322-6022001, Arnhem, 22 februari 1995.
A7 Bodemsanering in de Provincie Noord-Brabant, Samen voor meer rendement, concept bodemsanering in de provincie Noord-Brabant, mei 1999.
A8 Checklist nazorgplannen. Provincie Drenthe, Productgroep Milieubeheer.
A9 Zorg voor nazorg: Samenvatting, Workshop Grondmechanica Delft/Grontmij, september 1996.
A10 Inventarisatie nazorgaspecten bij bodemsanering, MMG Environment, september 1998.
A11 Gebruikershandleiding Flexibele Emissie Beheersing, Deel II: Handleiding FEB, GD/Grontmij, CUR/NOBIS 1999.
A12 Ondernemersfinanciering, Ross e.a. 1994.
A13 Tafels voor samengestelde intrest samengesteld disconto en annuïteiten, M. van Overeem bewerkt door dr. P.G. v.d. Vliet, H. Honig, Utrecht, 1963.
A14 Borgingsmogelijkheden nazorg bodemsanering (technische, organisatorische, financiele en juridische borgingsmogelijkheden), Grontmij / MMG, R. Heijer, M. de Koning / J.P. de Poorter, IPO IPM-BO19, 2004
A15 ROSA, Praktijkdocument voor het maken van keuzes bij mobiele verontreinigingen, Slenders H. et al. September 2004.
A16 Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, Eindrapport project doorstart A5
A17 Financiele risico's van saneringsvarianten, NOBIS 98-1-10
A18 RINAS Rekenmodel stortplaatsen, Grontmij, H. Geusebroek http://www.nazorgstortplaatsen.nl
A19 Verslag van de Blooperworkshop, NOBIS, 96012, januari 2000
A20 IBC en Nazorg door Flexibele Emissie Beheersing, GeoDelft / Grontmij, 1997, NOBIS, CO-370130/150
A21 Van Trechter naar Zeef, Afwegingsproces saneringsdoelstelling.
A22 Milieubeleid 2002 – 2006 Beleidsvernieuwing bodemsanering, Ministerie VROM, 24 december 2003 (Beleidsbrief bodem);
A23 Advies NaVos, (april 2005, TAUW, R002-4339113 KRO-nva-V01-NL);
A24 Oplossingsrichtingen nazorg bodemsanering “Hoe om te gaan met nazorg bij bodemsaneringsprojecten” (mei 2005, IPM BO-19, 13/99048678/RH, revisie D4);
A25 Wet van 15 december 2005, houdende wijziging van de Wet bodembescherming en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het beleid inzake bodemsaneringen (Staatsblad 2005, 680).

Geohydrologische isolatie
G1 Kennisdocument geohydrologische isolatie voor bodembescherming, eindrapportage. IWACO B.V., ’s-Hertogenbosch, 1994.
G2 Richtlijn geohydrologische isolatie van bestaande stortplaatsen. Vereniging van Afvalverwerkers, Utrecht, 1997.

Monitoring
M1 Standaard-monitoring-systemen: stappenplan voor ontwerp, inrichting, beheer en knelpuntenanalyse, eindreportage. IWACO B.V., Rotterdam, 1995.
M2 Kennisdocument monitoring van lokale bodembedreigende activiteiten. VROM, Publikatiereeks Bodembescherming nr. 1994/10, Den Haag, 1994.
M3 Ontwerp-procedure Grondwatermonitoring Stortplaatsen. Vereniging van Afvalverwerkers, Utrecht, 1995.
M4 Monitoringsplan stortplaats Nauerna, rapportage. IWACO B.V., Rotterdam, 1996.
M5 Monitoringplan voormalige stortplaatsen, IWACO, 12 oktober 1998.
M6 Richtlijn Monitoring bodemkwaliteit bedrijfsmatige activiteiten, IWACO 3350230, 1998.
M7 Flexibele Emissie Beheersing, Deel II: Handleiding FEB, GD/Grontmij, CUR/NOBIS 1999.
M8 Document peilbuizengebruik, GD, CO-379600/98, oktober 1999
M9 Nazorg van restverontreinigingen in de gemeente Utrecht, Leurink, Tissingh, Bodem, oktober 2005

Stortplaatsen
S1 Verkenning nazorg afvalstortplaatsen, DEEL II. Organisatie, financiën en bestuurlijke aspecten. DHV, dossier C-2652-22-001, 1989.
S2 Eindrapport Implementatie Leemtewet Bodembescherming: organisatievorm uitvoering en opzet fonds nazorg. KPMG Management Consulting N.V., Den Haag, 1995.
S3 Leidraad storten, deel 1. VROM, Den Haag, 1993.
S4 Leidraad storten, deel 2. VROM, Den Haag, 1993.
S5 Nazorgplan stortplaats VBM: concept 4, Stichting nazorg afvalverwijderingsinrichtingen en aanverwante lokaties (SNA), 8 april 1993.
S6 Vries, P.W., Nazorg bij voormalige stortlokaties: Interim rapportage, Amersfoort, april 1990.
S7 Verkenning nazorg afvalstortplaatsen: Deel I. Technische aspecten, Stichting nazorg afvalverwijderingsinrichtingen, november 1989.
S8 Verkenning nazorg afvalstortplaatsen: Deel II. Juridische aspecten, Stichting nazorg afvalverwijderingsinrichtingen, november 1989.
S9 Verkenning nazorg afvalstortplaatsen: Eindrapport – Samenvatting, Stichting nazorg afvalverwijderingsinrichtingen, december 1989.
S10 Berekening van nazorgkosten en nazorgheffing, Inventarisatie en werkwijze, IPO, DHV Milieu en Infrastructuur, juli 1995.
S11 Checklist nazorgplan (IPO 1998), DHV Milieu en Infrastructuur, 1997.
S12 Model-Nazorgplan, provincie Gelderland, maart 1998.
S13 Organisatie en financiering afvalverwijdering, Gewest Midden- Limburg, Beverwijk, februari 1992.
S14 Nazorgplan Coupépolder, Alphen aan den Rijn, IWACO, 10 juli 1997.
S15 Baggerspeciedepot Braassemermeer: Nazorgplan versie 5, Provinciaal afvalverwijderingsbedrijf Zuid-Holland, februari 1994.
S16 IPO-checklist 2002 stortplaatsen, Checklist nazorgplannen stortplaatsten, 21 november 2002

Beheer in situ bodemsanering
B1 Praktijkevaluatie in situ saneringstechnieken, Kennisdocument bij het Handboek Bodemsaneringstechnieken, Sdu Uitgevers 1998, ISBN 90-12-08603.