Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

J2 Nazorg IBC-saneringen

Niet altijd wordt bij een bodemsanering de verontreiniging (volledig) verwijderd. In een aantal gevallen wordt de bodemverontreiniging geïsoleerd. Dit is aan de orde als de verontreiniging fysiek onbereikbaar is voor de inzet van verwijderingstechnieken en verspreiding niet anders kan worden tegengegaan dan door het treffen van isolatiemaatregelen. Voor deze gevallen van bodemsanering zijn de zogenaamde IBC criteria van toepassing: Isoleren, Beheren, Controleren. Ter controle van de werking van deze isolatiemaatregelen zal actieve nazorg moeten worden uitgevoerd. De controle omvat metingen die periodiek moeten worden verricht zodat gecontroleerd kan worden of de isolatiemaatregelen nog goed werken. Indien hierbij afwijkingen worden geconstateerd dient actie te worden ondernomen (bijvoorbeeld bijsturing).

De wijze waarop de nazorg van IBC-gesaneerde locaties wordt vormgegeven, wordt vastgelegd in een nazorgplan. De eerste opzet voor het nazorgplan wordt gemaakt in de saneringsplanfase. Nadat de isolatievoorzieningen zijn uitgevoerd en ingeregeld, kan het nazorgplan nader worden ingevuld en geconcretiseerd.

De concrete invulling van het nazorgplan wordt in belangrijke mate bepaald door aard van de getroffen isolatiemaatregelen en de aanwezige locatiespecifieke factoren (prestatiebereik van de isolatietechnieken in relatie tot de doelstelling en omgevingsfactoren).

De belangrijkste onderdelen van het nazorgplan zijn in onderstaande figuur weergegeven. De checklist vormt een goede basis voor de uitwerking van het nazorgplan. Afhankelijk van de situatie zullen onderdelen al dan niet uitgebreid dienen te worden uitgewerkt. Voor aanvullende informatie betreffende de checklist zoek ook op checklist, opstellen nazorg of beheerplan voor bodemsaneringslocaties.

Centraal bij het uitvoeren van de nazorg van IBC-maatregelen staat het nazorgprogramma. In het nazorgprogramma worden de uit te voeren activiteiten in het kader van de nazorg beschreven. Het startmoment voor het nazorgprogramma ligt na de afronding van de inregelfase.