Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Sturing bij in situ saneringen, beheerprogramma, beheercyclus stap 1, dataverwerking

Meten en monitoring is een stap uit de beheercyclus van in situ saneringen (zie onderstaande figuur). Dataverwerking vormt hier een onderdeel van.

Doel en inhoud
Tijdens monitoring moeten veel data worden verzameld, verwerkt en gearchiveerd. Het is derhalve belangrijk om bij aanvang van het beheer reeds een duidelijke voor langere termijn bruikbare dataverwerkingsstructuur op te zetten. Hierbij dienen nadrukkelijk de mogelijkheden van geautomatiseerde gegevensverwerking te worden beschouwd. Gedacht kan worden aan:

  • de stuurinformatie die nodig is en de data die hiervoor moet worden verzameld;
  • de mogelijkheden van geautomatiseerde dataverwerking. Gedacht kan worden aan:
    • automatische verwerking, opslag en toetsing van analysegegevens in databases. Hiervoor is gebruik te maken van spreadsheets of databases als Excel of Access (vooral geschikt voor ad hoc oplossingen), bodeminformatiesystemen als Strabis of Nazca (die zijn vooralsnog niet ingericht op het opbouwen van tijdreeksen van metingen) of hier specifiek voor ontwikkelde software als dMBase;
    • grafische presentatie van gegevens.Hiervoor is gebruik te maken van spreadsheets of databases als Excel of Access (vooral geschikt voor ad hoc oplossingen), bodeminformatiesystemen als Strabis of Nazca (die zijn vooralsnog niet ingericht op het visualiseren van tijdreeksen), GIS of ArcView (vaak niet laagdrempelig toegankelijk voor adviseurs bodem) of gespecialiseerde visualisatiesoftware voor bodem als ChartDesk;
  • de mogelijkheden van (een statistische) verwerking van de data en om trends herkennen of te analyseren.

De koppeling van het saneringssysteem in het veld en de on line registratie door telemetrie naar het datasysteem op kantoor moet bij langdurige projecten worden overwogen. Bij dergelijke projecten kan dit uiteindelijk niet alleen voordeliger, maar ook betrouwbaarder zijn. Eventuele storingen of afwijkingen aan het systeem kunnen daarmee direct worden gesignaleerd.

De werkwijze
De datastructuur moet ten dienste staan van de interpretatie. De meetgegevens zijn, al naar gelang de situatie, gegroepeerd op:

  • systeemgrootheden, debieten, concentraties en drukken;
  • verontreinigingsbeeld, concentraties en locaties;
  • procescondities, temperatuur, redox, enzovoort;
  • effecten, emissies, afbraakproducten en grondwaterstandsverlagingen;
  • verbruik, energie en grondstoffen.

De frequenties van de waarnemingen verschilt ook conform deze indeling. De datastructuur moet aansluiten bij deze indeling. Een bijkomend uitgangspunt zijn mogelijk de vergunningscriteria.

De rollen
Het beheer van de data wordt uitgevoerd door het adviesbureau of de beheerder van het saneringssysteem.