Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Sturing bij in situ saneringen, beheerprogramma, beheercyclus stap 4, bijsturing

Sturing van het saneringsverloop is een stap uit de beheercyclus van in situ saneringen (zie onderstaande figuur).

Doel en inhoud
De stap sturing heeft betrekking op de systeemaanpassingen. Niet alleen de sturing van het saneringsverloop, maar ook het onderhoud of de vervanging van systeemonderdelen.

Periodieke sturing
Tijdens de sturing worden de conclusies van de evaluatie van het verloop van de sanering doorgevoerd in het veld. Deze periodieke sturing is gebaseerd op de periodieke evaluatie van de monitoring van kwaliteitsgegevens en het saneringsverloop en vindt plaats aan de niet-geautomatiseerde delen van de installatie, zoals kleppen of door het instellen van pompdebieten en het afsluiten/inschakelen van andere filters. Ook kan de sturing betrekking hebben op bijvoorbeeld het veranderen van de dosering van substraat of nutriënten. De "continue bijsturing" is niet afhankelijk van de evaluatie, en vindt tijdens de stap monitoring plaats, onder de noemer controle.

Vervanging fysieke systemen
Aangezien de fysieke systemen een eindige levensduur hebben, zullen de verschillende onderdelen periodiek moeten worden vervangen. Indien bijvoorbeeld horizontale drains worden aangebracht in een puurproductfase (drijflaag, zaklaag) moet rekening worden gehouden met een zeer korte levensduur en derhalve korte vervangingstermijn.

Curatief onderhoud
Zeker indien blijkt dat bepaalde fysieke elementen frequenter onderhoud nodig hebben dan voorzien, is het zinvol om na te gaan wat de oorzaak is, omdat deze oorzaken richtinggevend zijn voor het te plegen onderhoud (voor aanvullende informatie zoek op de betreffende / gezochte isolatietechniek).

De rollen
In het beheerprogramma is vastgelegd wie de beslissingen kan nemen voor de gewenste bijsturing, en wie vervolgens de aanpassingen in het veld moet doorvoeren. Doorgaans neemt het adviesbureau in overleg met de initiatiefnemer de beslissingen die vervolgens door de aannemer of uitvoerende partij worden doorgevoerd.