Sturing bij in situ saneringen, bodemluchtextractie
Aanvangssituatie en organisatie
De huisbrandolietank van een boerderij op de Veluwe is jarenlang lek geweest. Bij verwijdering van de tank is verontreiniging van de onverzadigde zone vastgesteld tot 18 m-mv. Het grondwater is aangetroffen op 22 m-mv en wordt gemonitord met een peilbuis (zie bovenstaande figuur).
In overleg met het bevoegd gezag en het adviesbureau heeft de eigenaar besloten tot een langdurige extensieve sanering van de grondverontreiniging door bodemluchtextractie/bioventing. Er zijn twee onttrekkingsfilters aangebracht tot 12 m-mv en voorzien van temperatuurmeters. Door micro-biologische afbraak ligt de temperatuur op circa 23 graden Celsius. De eigenaar controleert zelf de werking van de blower. Na een aanvankelijk emissie via een koolfilter is in goed overleg besloten dat reiniging van de onttrokken lucht niet meer noodzakelijk is. De vluchtige componenten zijn verwijderd en het voornaamste doel van de onttrekking is de inbreng van zuurstof doordat omgevingslucht wordt aangetrokken.
De eigenaar is verantwoordelijk voor de voortgang en voert de uitvoering zelf uit. Eenmaal per jaar wordt door het adviesbureau een beperkte monitoring uitgevoerd, en een rapportage naar het bevoegd gezag gestuurd.
Beheerprogramma
Monitoring en controle
De monitoring is beperkt. Het draaiende houden van de sanering kost in principe alleen energie en gering onderhoud aan de blower. De mogelijkheden voor optimalisatie en sturing zijn ook beperkt, alleen de dosering van nutriënten is mogelijk.
Wekelijks wordt de temperatuur gemeten en het debiet geregistreerd. Maandelijks worden indicatieve metingen van het totaal aan koolwaterstoffen, zuurstof en kooldioxide uitgevoerd.
Eenmaal per jaar wordt door het adviesbureau een grondwatermonster genomen en worden de concentraties in de onttrokken lucht met chemische analyses bepaald.
Het saneringssysteem maakt deel uit van de bedrijfsvoering op de boerderij. Regelmatig wordt het systeem in het voorbijgaan gecontroleerd en zonodig onderhouden. Er is een logboek aanwezig voor debiet en temperatuur, waarin ook andere bijzonderheden kunnen worden vermeld.
Toetsing en evaluatie
Het verloop van concentraties, indicatief en kwantitatief, wordt grafisch weergegeven in het logboek en in het jaarlijks verslag naar het bevoegd gezag. De saneringsnorm is overeengekomen op gemiddeld 1/ 2 I, met uitschieters tot I-waarde. Alleen met behulp van grondmonsters kan deze norm worden gecontroleerd. Indien de daling van kooldioxide en de stijging van zuurstof in de onttrokken lucht daartoe aanleiding geven, wordt besloten tot de kostbare grondbemonstering. Vooralsnog wordt rekening gehouden met bemonstering na 3 en 5 jaar. Wijzigende zuurstof- en kooldioxideconcentraties kunnen ook wijzen op een nutriëntentekort. De eerste stap bij wijzigende concentraties is derhalve de dosering van nutriënten.
Sturing
Het saneringssysteem is niet regelbaar. Alleen kunnen nutriënten worden gedoseerd door twee drains. Indien daartoe aanleiding is, maakt de eigenaar in overleg met het adviesbureau met kunstmest een oplossing en spoelt deze door de drains. Dit wordt vastgelegd in het logboek.
Calamiteitenplan
De enige calamiteit bestaat hieruit dat mogelijk grondwaterverontreiniging kan ontstaan. Indien tijdens de jaarlijkse monitoring een verontreiniging van het grondwater wordt vastgesteld, wordt de peilbuis na een herhaald gebleken verontreiniging voorzien van een onderwaterpomp en wordt een geringe onttrekking uitgevoerd met lozing op het riool, al dan niet met voorzuivering.
Financieel plan
Tijdens de overeenkomst met de provincie heeft de eigenaar een uitgavenoverzicht gepresenteerd. Op basis van dit overzicht maakt hij reserveringen en maakt optimaal gebruik van belastingaftrek/-mogelijkheden.
Communicatieplan
Afgezien van de rapportage aan de overheid is geen communicatie nodig.