Sturing bij in situ saneringen, financieringsplan
Het financieringsplan voor een in situ sanering heeft veel overeenkomsten met die van een IBC sanering.
Het onderscheid met IBC bestaat hieruit dat:
- Meer marge moet worden gehanteerd bij de reserveringen voor monitoring en sturing. Geleidelijk tegenvallende saneringsresultaten leiden tot een verhoogde of langer durende inspanning.
- Afhankelijk van de onzekerheden met betrekking tot het saneringsprincipe of restverontreinigingen (en calamiteiten in het algemeen) moeten reserveringen worden getroffen die corrigerende maatregelen mogelijk maken. Dit kan ook betrekking hebben op een afsluitende ontgraving, ofwel eerst in situ en vervolgens de ontgraving van de inmiddels goed bekende restverontreiniging.
- De monitoringsinspanning wordt afgestemd op het saneringsverloop, dat meestal niet volledig kan worden voorspeld. Afwijkingen, en dus mee- of tegenvallende kosten, zijn mogelijk.
Voor aanvullende informatie zoek op financieringsplan nazorglocaties.