Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Sturing bij in situ saneringen, generieke kenmerken algemene aspecten

Generieke kenmerken m.b.t. algemene aspecten

  • Organogram
    Het is voor de waarborging van de continuïteit van groot belang dat de taken, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van de bevoegde autoriteiten, c.q. de beheerder(s) duidelijk zijn vastgelegd. Al in het beginstadium moet helder zijn wie de regie voert over de activiteiten, de belanghebbende of haar adviseur en in welke documenten de afspraken zijn vastgelegd. Alleen dan kan er sprake zijn van een doeltreffende samenwerking en communicatie tussen en met de betrokken overheden in geval er beslissingen moeten worden genomen, bijvoorbeeld bij wijzigingen van bestemmingsplannen, streekplannen, of bij het optreden van onverwachte technische complicaties, of calamiteiten, enzovoort.
  • Controle van de voortgang en bewaking van de continuïteit
    Om de voortgang van het saneringsproces te controleren en veilig te stellen is het nodig dat er bij het plannen van bedrijfsactiviteiten rekening wordt gehouden met de condities die voor een goed verloop van de sanering gewenst zijn. Daarbij moeten uiteraard ook de nodige financiële middelen worden gereserveerd (voor aanvullende informatie zoek ook op ‘Financiële aspecten’). Ook het uitvoeren van het monitoringsprogramma (voor aanvullende informatie zoek ook op ‘Technische aspecten’) vergt de nodige organisatorische inspanning.
  • Vergunningen
    Voor het verlengen van de bestaande of het eventueel verkrijgen van nieuwe vergunningen (bijvoorbeeld bij wijzigingen in de wetgeving, wijzigingen van bestemmingsplannen, streekplannen, wijzigingen in de emissies of in de toegepaste technologische condities), dient vroegtijdig overlegd te worden met het bevoegde gezag.