Sturing bij in situ saneringen, inventarisatie algemene aspecten persluchtinjectie
Onderstaand is een gevalsspecifieke inventarisatie gegeven voor algemene aspecten die van belang zijn bij een sanering met persluchtinjectie.
Verantwoordelijkheden en taken
- De terreingebruiker of -eigenaar (de belanghebbende) is initiatiefnemer van de bodemsanering en verantwoordelijk voor de organisatie en continuïteit van de bodemsaneringsactiviteit. In overleg met de overheid en eventueel adviesbureau worden de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd.
- Vanaf de aanvang van de eerste onderzoeken worden de werkzaamheden gecoördineerd door een adviesbureau.
- De uitvoering is in handen van een aannemer.
- De directie van het werk wordt gevoerd door adviesbureau en belanghebbende; deze bezit een controlerende taak.
- Afhankelijk van de gekozen constructie voert het adviesbureau of de aannemer de monitoring uit. In het eerste geval dient de monitoring ter controle van de uitvoerende partij en het saneringsresultaat. In het tweede geval worden de monitoringsresultaten en de uitvoering van de saneringswerkzaamheden gecontroleerd door de directie.
- Het saneringsplan en de beschikking zijn de documenten op basis waarvan wordt gestart met het beheer. Al snel worden deze documenten aangevuld met een evaluatierapport van de aanleg- en opstartperiode. In deze documenten staat het saneringsdoel omschreven, de tijdstermijn waarop dit doel moet worden bereikt en de tussenliggende ijkmomenten. In het saneringsplan moet zijn aangegeven op welke wijze wordt omgegaan met sturing en optimalisatie en ook welke acties kunnen worden ondernomen in geval het werkelijke verloop in negatieve zin afwijkt van het verwachte verloop.
- De belanghebbende heeft de verplichting om op gezette tijden de resultaten van een voortgangscontrole te overleggen aan het bevoegde gezag (provincie of gemeente). In veelvoorkomende gevallen wordt deze activiteit neergelegd bij het adviesbureau. Dit is vrijwel zeker het geval als het een WBB-sanering betreft, waarbij de overheid opdrachtgever is. Op basis van de voortgangsrapportage wordt de sturing en optimalisatie uitgevoerd.
Integratie in bedrijfsvoering
- Energie en perslucht kunnen worden betrokken van de bedrijfsinstallatie. De benodigde capaciteit moet worden gereserveerd en aangesloten.
- Reststromen kunnen of moeten worden verwerkt via de reinigingsinstallaties voor lucht en water van de locatie.
- Ruimtebeslag en ingrepen in de bodem moeten worden afgestemd op de voorgenomen bedrijfsactiviteiten in de betreffende sector.
- Regels met betrekking tot eventuele veiligheidsklassen moeten worden nageleefd (explosieklassen).
Gebruiksrestricties
Ten tijde van de sanering kan het grondwater niet worden gebruikt voor de procesvoering.