Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Sturing bij in situ saneringen, specifieke monitoringtechnieken, Praktijktoepassing waterstof analyses op locatie in IJlst

Op een voormalig bedrijfsterrein in IJlst heeft een verontreiniging met chloorkoolwaterstoffen zich tot een diepte van 22 m-mv verspreid. Het terrein kreeg een woonbestemming en moest daarom worden gesaneerd. De aanwezigheid van puur product leek een biologische sanering in eerste instantie te belemmeren, terwijl een in-situ biologische sanering op basis van een aantal afwegingscriteria (verontreiniging op tientallen meters diepte, complexe bodemopbouw met veenlagen waaraan verontreinigingen sterk adsorberen), wel de voorkeur had.

Positieve resultaten met een overdosis (shockload) van elektronendonor in labexperimenten hebben geleid tot een grootschalige veldproef in de vorm van een volledige sanering. De grondwatersanering is uitgevoerd door het stimuleren van de anaerobe afbraak van chloorkoolwaterstoffen via directe injectie van een shockload elektronen donor. Voor de voortgang en sturing van de afbraakprocessen in het veld zijn waterstofmetingen in het veld gebruikt.

Waterstofmetingen op verschillende plaatsen en dieptes gaven aan dat er nauwelijks verspreiding was van de elektronendonor in horizontale richting. De waterstofmetingen bevestigden wel de verspreiding in verticale richting tot 20 m onder het behandelde oppervlakte. De concentraties waterstof stegen na de eerste shockload dosering, maar na verloop van tijd daalden de waterstofconcentraties op 20 m diepte naar lage concentraties (<2 nM). Dit was de aanleiding voor een tweede injectieronde, waarna de concentraties weer stegen en de gewenste afbraak van VOCl optrad. De concentratiestijging van waterstof was eerder en duidelijker waarneembaar dan een stijging in DOC of de vetzuren, twee andere parameters die op de locatie ook werden gevolgd om het effect van de toegevoegde elektronendonor te volgen.

Aan de hand van de DOC analyses zou pas later zijn geconcludeerd dat na de eerste injectieronde de condities nog niet overal gunstig waren voor afbraak van VOCl. Door het uitvoeren van de waterstofmetingen werd wel snel vastgesteld of de condities in alle lagen door de shockload dosering gunstig waren geworden voor afbraak van de VOCl verontreiniging. Hierdoor was op de locatie een snelle sturing en extra shockload dosering mogelijk, die het omzettingsproces onmiddellijk stimuleerde en resulteerde in de volledige omzetting van het aanwezige PER en TRI.

Referentie